Wat je kan doen

  1. Herken de signalen. Wanneer je aan zelfmoord denkt heeft dit impact op je gedrag. Slaap je slecht? Heb je moeite je onder mensen te begeven? Heb je geen zin meer om dingen te doen en de neiging om je terug te trekken? Kan je je niet meer concentreren of wil je vluchten om niet meer te denken of te voelen? Schrijf je signalen op.
  2. Probeer rust te vinden bij God: Welke dingen hebben je altijd hoop gegeven? Waar kon je dankbaar voor zijn? Schrijf ze op een steekkaartje. Schrijf op de achterkant Bijbelverzen die je hoop geven. Overdenk Psalm 91.
  3. Zoek afleiding. Probeer je gedachten te verzetten en vermijdt dat je gaat piekeren. Maak een lijst van activiteiten van dingen die je voordoen leuk vond. Met welke mensen kan je samen iets gaan doen? Kan je iets voor een ander betekenen?
  4. Praat erover: Je zelfmoordgedachten in het licht brengen, bewerkt geestelijke bescherming en overwinning (1 Joh. 1:7). Wie kan je contacteren als je het moeilijk hebt? Schrijf enkele namen op.
  5. Maak je omgeving veilig: Vermijdt alcohol of drugs die je relativeringsvermogen beïnvloeden, geef medicatie die je moet gebruiken aan iemand anders in beheer, zorg ervoor dat je niet alleen bent, sluit jezelf niet op, zoek geen gevaarlijke plaatsen op die de stap naar zelfmoord vergroten.
  6. Heb je een idee waar je gedachten vandaan komen? Is er iets te doen aan het probleem? Of moet je iets aanvaarden en er mee leren leven? Welke doelen zijn nuttig om na te streven? Welke mensen staan dicht bij jou of waar kan je ze vinden? Zoek als je er met niemand over kan praten of je gedachten niet kan sturen, hulp.
  7. Ga naar de huisarts.
  8. Nederland: Op www.113.nl staat veel informatie over suïcide en suïcidepreventie.
    Vlaanderen: Feiten, cijfers en preventie in Vlaanderen: www.zelfmoord1813.be.