De tirannie van het dringende

Auteur: Charles Hummel
Bron: www.metamorfosemagazine.org

De Here is mijn Herder, mij ontbreekt ….. tijd!

Hoe druk zijn we bezig met allerlei dingen! Maar zijn het ook de goede werken die God voor ieder van ons heeft voorbereid? Of laten we ons verleiden door bezig te zijn met vele goede dingen, die toch niet voor ons bestemd waren?
Een haastige wereld. Rusten in de Heer. Hoe knoop je die aan elkaar?
Hoe geraak je uit de mallemolen?
Misschien heeft het te maken met verkeerde prioriteiten? Evaluatie is dan noodzakelijk, om de afhankelijkheid van Gods leiding te herstellen. Die afhankelijkheid maakt immers vrij!

“Waarom telt een dag geen 30 uur…?” Waarschijnlijk is deze gedachte ook al wel eens door uw hoofd gegaan. Een beetje extra tijd zou immers de reusachtige druk waaraan we blootstaan verlichten. Onze levens laten een spoor van onafgemaakte taken na. Wanneer we in een stil moment even tijd nemen om te evalueren, komen onbeantwoorde brieven, niet bezochte vrienden, boeken die nog gelezen moeten worden en telefoontjes die nog gepleegd moeten worden, in volle hevigheid op ons af. We hebben wanhopig nood aan verlichting van de last.

Maar zouden dertig uur in een dag het probleem werkelijk oplossen? Zou ook dan de frustratie niet al snel even hoog oplopen als ze dat nu doet, met de ons toebedeelde vierentwintig uur? Het werk van een moeder is nooit klaar, maar hetzelfde geldt voor de student, de voorganger, het betrokken gemeentelid of wie dan ook. Verder is het ook een illusie om te denken dat het later wel beter zal gaan. Kinderen groeien in aantal en in leeftijd en vragen steeds meer tijd. Meer ervaring in beroep en gemeente brengen taken met zich mee die meer van ons vergen. Het resultaat is dat we onszelf steeds meer zien werken, terwijl we er steeds minder van kunnen genieten.

Verkeerde prioriteiten?
Wanneer we tijd nemen om te evalueren, beseffen we dat ons probleem veel dieper gaat dan gewoon een gebrek aan tijd: het fundamentele probleem heeft te maken met het stellen van prioriteiten. Hard werken doet niemand kwaad. We weten allemaal wat het betekent om volledig op te gaan in een belangrijke taak, en ons hier uren na elkaar volledig aan te geven. De vermoeidheid die hierop volgt, gaat gepaard met vreugde en het besef iets gepresteerd te hebben. Niet het zware werk, maar onzekerheid en twijfel liggen aan de basis van bezorgdheid wanneer we een maand of een jaar overzien en de stapel onafgewerkte taken zwaar op ons weegt. We beseffen ongerust dat we er eigenlijk niet in geslaagd zijn om datgene te doen wat belangrijk was. De eisen van anderen hebben ons als een storm naar het rif van de frustratie gejaagd. Behalve onze concrete zonde, belijden wij ook: “We hebben de dingen die we eigenlijk hadden moeten doen, niet gedaan; en we hebben de dingen die we eigenlijk niet hadden moeten doen, wel gedaan.” Een aantal jaren geleden zei de directeur van een katoenfabriek tegen mij: “Uw grootste gevaar is dat de dringende zaken de belangrijke zullen gaan verdringen.” Ik denk niet dat hij zich ooit gerealiseerd heeft hoe hard zijn gezegde aankwam. Ik denk er echter nog vaak aan terug, en het wijst me steeds weer op het belang van goede prioriteiten.

We ervaren voortdurend de spanning tussen het dringende en het belangrijke. Het probleem is dat de belangrijke zaak zelden vandaag, of zelfs deze week, gedaan moet worden. Extra tijd voor gebed en Bijbelstudie, een bezoek aan een ongelovige vriend, een diepgaande studie van een belangrijk boek: ze kunnen allemaal wachten. Maar de dringende zaken vragen om onmiddellijke aandacht – een eindeloze reeks eisen oefent op elk uur van de dag druk op ons uit. Uw huis is niet langer uw thuis. Het is niet langer een plaats waar u kunt ontsnappen aan duizend en één dringende zaken, want de telefoon slaat steeds weer met dringende eisen een bres in de muren. De aantrekkingskracht van deze taken schijnt op het moment zelf onweerstaanbaar en belangrijk, maar zij verslinden al onze energie. Als we ze bekijken in het perspectief van de tijd, vervaagt echter geleidelijk hun bedrieglijke belangrijkheid: als we denken aan de belangrijke taken die we hebben laten liggen om het dringende te doen, gaan we al snel beseffen hoeveel tijd we verloren hebben. We gaan beseffen dat we slaven zijn geworden van de tirannie van het dringende.

Kunt u ontsnappen?
Is het mogelijk om uit dit levenspatroon te ontsnappen? Het antwoord op ons probleem ligt vervat in het leven van onze Heer. In de nacht voordat Hij stierf deed Jezus een verbazingwekkende uitspraak. In het prachtige gebed van Johannes 17 zei Hij: “Ik heb U verheerlijkt op aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt.” (Joh. 17:4).

Hoe kon Jezus het woord “voleindigd” in de mond nemen? Drie jaar leek immers veel te kort om Zijn bediening tot een goed einde te brengen. Tijdens een feest dat door Simon georganiseerd werd, had een prostitué vergeving en nieuw leven gevonden, maar zovele anderen hingen nog steeds rond op straat zonder vergeving en zonder nieuw leven. Voor iedere tien verschrompelde spieren die Hij tot hun volle kracht hersteld had, bleven er honderd machteloos. Toch kende de Heer in die laatste nacht vrede, terwijl er toch nog zoveel nuttige taken ongedaan bleven, en zoveel dringende menselijke noden onaangepakt. Hij had vrede omdat Hij wist dat Hij Gods werk had voleindigd.

De evangelieverhalen tonen dat Jezus hard werkte. Nadat hij een drukke dag in het leven van Jezus beschreven heeft, gaat Marcus als volgt verder: “Toen het nu avond werd en de zon onderging, brachten zij tot Hem allen, die ernstig ongesteld waren, en de bezetenen. En de gehele stad was te hoop gelopen bij de deur. En Hij genas velen, die ernstig ongesteld waren door allerlei ziekten, en vele boze geesten dreef Hij uit.” (Mc. 1:32-34).

Een andere keer waren de verlangens van de zieken en verminkten er de oorzaak van dat Hij Zijn avondmaaltijd miste en dat Hij tot zo laat werkte, dat Zijn discipelen dachten dat Hij buiten zichzelf was. (Mc. 3:21). Nadat Jezus een hele dag de scharen onderwezen had, voer Hij met Zijn discipelen weg in een boot. Hij lag te slapen en zelfs een storm maakte Hem niet wakker (Mc. 4:35-38). Het is duidelijk hoe uitgeput Hij moet geweest zijn.

Toch was Zijn leven nooit koortsachtig; Hij had tijd voor mensen. Hij kon uren besteden aan het spreken met één persoon, zoals bijvoorbeeld de Samaritaanse vrouw bij de bron. Zijn leven gaf blijk van een wonderlijk evenwicht, een besef van harmonie. Toen Zijn broeders wilden, dat Hij naar Judea zou gaan, antwoordde Hij: “Mijn tijd is nog niet gekomen.” (Joh. 7:6). Jezus ondermijnde Zijn gaven niet door haast. A.E. Whiteham schrijft: “Deze man wordt gekenmerkt door een diepe doelgerichtheid,…innerlijke rust, hetgeen aan zijn drukke leven een ontspannen kwaliteit verleent: bovenal wordt Hij gekenmerkt door de kracht komaf te maken met de negatieve zaken van het leven, pijn, teleurstelling, vijandschap, dood. Hij heeft het vermogen om de misstappen van mensen om te zetten in dingen die bruikbaar zijn voor God en om gebieden in een mensenleven die door pijn vruchteloos geworden zijn, weer vruchtbaar te maken. Hij heeft tenslotte zelf over de dood getriomfeerd, en een kort leven dat rond Zijn dertigste plots afgesneden werd, tot een ‘voleindigd’ leven gemaakt. We kunnen het evenwicht en de schoonheid van dit menselijk leven niet bewonderen, en tegelijk de dingen negeren die aan de basis ervan lagen.”

Wacht op instructies
Wat was het geheim van Jezus’ werk? We vinden een aanwijzing als we het verslag lezen dat Marcus geeft van een drukke dag in het leven van Jezus. Marcus schrijft: “En vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op en ging naar buiten en Hij ging heen naar een eenzame plaats en bad aldaar” (Mc. 1:35). Hier is het geheim van Jezus’ leven en werken voor God: BIDDEND WACHTTE HIJ OP DE INSTRUCTIES VAN ZIJN VADER en op de kracht om ze uit te werken. Jezus beschikte niet over een met goddelijke hand getekende blauwdruk; wel onderscheidde Hij dag aan dag, in een leven van gebed, de wil van de Vader. Door middel hiervan hield Hij het dringende op een afstand, en volbracht Hij het belangrijke.

De dood van Lazarus verduidelijkt dit principe. Wat had belangrijker kunnen zijn dan de dringende boodschap van Maria en Martha: “Here, zie, die Gij liefhebt, is ziek?” Johannes vermeldt het paradoxale antwoord van Jezus: “Jezus nu had Martha en haar zuster en Lazarus lief. Toen Hij dan hoorde, dat hij ziek was, bleef Hij daarop nog twee dagen ter plaatse, waar Hij was;” (Joh. 11:3, 5-6). Welke was de meest dringende nood? Duidelijk om de dood van Zijn geliefde broeder te voorkomen. Maar de belangrijke zaak vanuit Gods gezichtspunt was om Lazarus op te wekken uit de dood. Daarom liet hij toe dat Lazarus stierf. Later wekte Jezus hem op als teken van Zijn grootse claim: “Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven” (Joh. 11:25).

We kunnen ons verder afvragen waarom de bediening van onze Heer zo kort was, waarom deze niet nog vijf of tien jaar langer had kunnen duren, waarom zo veel mensen in hun diepe ellende werden achtergelaten. De Schrift geeft op deze vragen geen antwoorden, en het is niet aan ons om te trachten ze te achterhalen. Wat we echter wel weten, is dat het biddend wachten van Jezus op Gods instructies, Hem bevrijdde van de tirannie van het dringende. Het gaf richting aan Zijn leven, bepaalde een gepast levensritme, en stelde Hem in staat om die taken te vervullen, die GOD Hem toegewezen had. Daarom kon Hij aan het eind van Zijn leven zeggen: “Ik heb het werk voleindigd, dat Gij Mij te doen gegeven hebt”.

Afhankelijkheid maakt u vrij
Bevrijding van de tirannie van het dringende vinden we in het voorbeeld en de belofte van onze Heer. Aan het eind van een heftig debat met de Farizeeërs in Jeruzalem zei Jezus tegen hen, die in Hem geloofden: “Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken…. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde…. Wanneer dan de Zoon u vrij gemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn” (Joh. 8:31-32;34;36).

Gaat u, nadat u door Christus verlossing van de zondestraf ervaren hebt, Hem ook toestaan u te bevrijden van de tirannie van het dringende? Hij wijst de weg: “Als gij in mijn woord “BLIJFT”. Dit is de weg naar de vrijheid. Door biddend Gods Woord te overdenken, gaan we de dingen vanuit Zijn perspectief bekijken.

P.T. Forsyth zei eens: “De ergste zonde is het niet bidden”. Als het over de ergste zonde gaat, denken wij gewoonlijk al snel aan moord, overspel, of diefstal. Maar de wortel van alle zonde is zelfgenoegzaamheid – onafhankelijkheid van God. Als we falen in het biddend wachten op Gods leiding en kracht zeggen we, zo niet met woorden dan wel met onze daden, dat we Hem niet nodig hebben. Hoe veel van onze bediening wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, door handelen op eigen houtje? Het tegenovergestelde van zo’n onafhankelijkheid is gebed, waarin we onze nood aan Gods leiding en voorzienigheid erkennen. Donald Baillie zegt over een relatie met God: “Jezus leefde Zijn leven in volledige afhankelijkheid van God. Hij leefde Zijn leven zoals wij allemaal onze levens zouden moeten leven. Een dergelijke afhankelijkheid brengt onze menselijke persoonlijkheid niet in het gedrang. De persoonlijkheid van een mens komt nooit zo volledig tot zijn recht dan wanneer hij leeft in volledige afhankelijkheid van God. Dit is het mens zijn op zijn persoonlijkst.” Biddend wachten op God is onmisbaar om doeltreffend te dienen. Net als de time-out in een basketbalwedstrijd stelt gebed ons in staat om even op adem te komen en onze strategie te evalueren. Terwijl we wachten op aanwijzingen, bevrijdt de Heer ons van de tirannie van het dringende. Hij toont ons de waarheid omtrent Zichzelf, maar ook omtrent onszelf en onze taken. Hij legt de opdrachten die Hij ons wil laten ondernemen in onze gedachten. De nood is niet datgene waarop we moeten reageren, maar wel de roepstem van de God die onze grenzen kent. “gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt zich de Here over wie Hem vrezen. Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn” (Ps. 1O3:13-14). Het is niet God die ons zo zwaar belast dat we ofwel buigen, ofwel barsten met een maagzweer, zenuwinzinking, hartaanval of beroerte. Deze dingen komen voort uit onze innerlijke dwang, gekoppeld aan de druk van de omstandigheden.

Evalueer
De moderne zakenman erkent het belang van tijd voor evaluatie. Toen Greenwalt directeur was van DuPont zei hij vaak: “Eén minuut tijd besteed aan planning, spaart drie of vier minuten aan uitvoeringstijd.” Veel vertegenwoordigers hebben een ommekeer in hun zaken teweeggebracht en hun winsten drastisch zien stijgen door de vrijdagmiddag apart te houden om zorgvuldig de voornaamste werkzaamheden voor de volgende week te plannen. Als een manager het zo druk heeft dat hij geen tijd meer vrij kan maken om rustig te plannen, dan bestaat het gevaar dat hij zijn plaats al snel ziet ingenomen worden door een ander die wel de tijd neemt om te plannen. Als een Christen het te druk krijgt om even te stoppen, geestelijk te inventariseren en zijn taak uit Gods hand te ontvangen, dan wordt hij een slaaf van de tirannie van het dringende. Hij mag dan dag en nacht werken om dingen te doen die hemzelf en anderen zinvol toelijken, maar het werk wat GOD voor hem te doen heeft, zal hij niet afmaken.

Een rustige tijd van overdenking en gebed aan het begin van de dag, bepaalt ons bij onze relatie met God. Wanneer u denkt aan de komende uren, vertrouw uzelf dan opnieuw toe aan Zijn wil. Maak in deze rustige momenten een lijst van de taken die gedaan moeten worden, in volgorde van belangrijkheid, rekening houdend met reeds gemaakte afspraken. Een bekwaam generaal bepaalt zijn strategie voordat hij een gevecht met de vijand aangaat; fundamentele beslissingen stelt hij niet uit totdat het gevecht begonnen is. Hij houdt er ook rekening mee dat hij zijn plannen zal moeten wijzigen als er zich een crisissituatie voordoet. Probeer dus om de plannen die u gemaakt hebt voordat de dagelijkse strijd tegen de klok bezig was, ook uit te voeren. Maar sta tegelijk open voor elke onvoorziene onderbreking, voor een telefoontje dat u niet verwacht had, of voor een crisissituatie.

Misschien helpt het u om niet gelijk in te gaan op een mondelinge uitnodiging, maar om wat tijd te nemen om er rustig over na te denken. Hoe leeg uw agenda er op het ogenblik ook uit mag zien, vraag of u een dag of twee bedenktijd krijgt, waarin u om leiding kunt bidden, voordat u zichzelf tot iets verbindt. Wonderlijk genoeg blijkt de verplichting vaak minder noodzakelijk, als u wat afstand kunt nemen van die pleitende stem. Als u de dringende noodzaak van het eerste moment kunt weerstaan, zult u in een betere positie zijn om te overwegen wat de kosten zijn, en om te onderscheiden of de taak in kwestie Gods wil voor u is.

Zet, behalve uw dagelijkse stille tijd, één uur per week apart om een geestelijke inventaris op te maken. Maak een schriftelijke evaluatie van de afgelopen tijd, schrijf alles op wat u denkt dat God u wil leren en bepaal uw doelstellingen voor de toekomst. Probeer tevens elke maand één of twee dagdelen te reserveren voor een dergelijke inventarisering op langere termijn. Vaak zult u hier niet in slagen. Ironisch genoeg is het zo dat hoe drukker u het krijgt, hoe meer u deze tijd voor inventarisatie nodig hebt, maar hoe moeilijker het zal worden om hem te reserveren. U wordt als de fanaticus die, omdat hij niet zeker was van zijn richting, dan maar twee keer zo hard ging rijden. Een gejaagde dienst voor God kan ontaarden in een poging om te ontsnappen aan God. Wanneer u echter biddend inventariseert en uw dagen plant, zorgt dit voor een nieuw perspectief op uw werk.

Zet de inspanning voort
Door de jaren heen is het een voortdurende maar essentiële strijd in het leven van een Christen om voldoende tijd te maken om dagelijks op God te wachten, wekelijks te inventariseren, en maandelijks te plannen. Omdat het zo belangrijk is om onze marsorders van God zelf te ontvangen, zal Satan alles doen wat hij kan om ons te verhinderen dat we daar tijd voor nemen. Toch weten we uit ervaring dat we alleen op deze manier kunnen ontsnappen aan de tirannie van het dringende. Jezus slaagde hier op de volgende manier in. Hij probeerde niet om al de dringende noden die Hij in Palestina zag, of al de dingen die Hij graag had willen doen, op zich te nemen, maar Hij maakte het werk dat God Hem te doen gegeven had, wel af. De zekerheid dat datgene wat we doen, ook datgene is wat God wil dat we doen, is het enige alternatief voor frustratie. Niets is zo belangrijk als de wetenschap dat we deze dag, dit uur, op deze plaats de wil van de Vader doen. Dan en dan alleen kunnen we met een rustig hart aan alle noden denken waar we niet aan tegemoet gekomen zijn, en deze bij God achterlaten.

Wat zou ons, wanneer het eind in zicht is, grotere vreugde kunnen geven dan de zekerheid dat we het werk wat God ons te doen gegeven heeft, ook voltooid hebben? De genade van onze Heer Jezus Christus maakt deze vervulling mogelijk. Hij heeft beloofd ons vrij te maken van de zonde. Hij heeft ons de kracht gegeven om God te dienen in de bediening die Hij ons toevertrouwd heeft. De manier waarop is duidelijk. Als we in het woord van onze Heer blijven, zijn wij waarlijk discipelen van Hem. En Hij zal ons bevrijden van de tirannie van het dringende, ons de vrijheid geven om datgene te doen wat belangrijk is, om Zijn wil te doen.