Problemen bij incest

Gevoelens

Incestslachtoffers voelen zich machteloos. De inbraak in hun persoonlijke leefwereld veroorzaakt een gevoel van afbraak. Zij voelen zich verraden door iemand waarmee vaak juist een vertrouwensrelatie had moeten ontstaan. Gevoelens van deprivatie (het ervaren van een tekort) overheersen en er is een grote zucht naar liefde en geborgenheid. Zich verworpen voelen en angst voor eenzaamheid spelen een belangrijke rol in het emotionele leven. Er zijn gevoelens van verlies, verwerping, hulpeloosheid en doordringend verdriet. Men wordt geteisterd door intense schuldgevoelens, zelfveroordeling en schaamte.

Gedachten

Incestslachtoffers zoeken naar de waaromvraag, naar de betekenis van wat gebeurd is en proberen begrip te krijgen van het effect ervan. Hun identiteit is overhoop gegooid en hun gebroken zelfbeeld wordt gekenmerkt door een gevoel van waardeloosheid en slechtheid. Ze stigmatiseren zichzelf n.a.v. hun ervaring. Deze negatieve ingesteldheid over zichzelf heeft haar invloed op de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens, het zelfbeeld en seksuele ontwikkeling..

Gedrag

Incestslachtoffers hebben vaak moeite met het herkennen en behouden van de juiste grenzen in relaties. Ze kunnen zich teruggetrokken opstellen of onafhankelijk gedragen. Incestslachtoffers kunnen ook pseudo-volwassen gedrag vertonen. Het is mogelijk dat zij een heleboel verantwoordelijkheden op zich nemen die eigenlijk aan de volwassenen toekomen of dat ze als volwassene teveel hooi op de vork nemen. In de rolomkering verzorgt het kind de volwassene i.p.v. dat de volwassene het kind beschermt en verzorgt. Zo ontstaat een onevenwicht tussen de eigenlijke emotionele ontwikkeling en het feitelijk uiterlijk functioneren van het kind.

Klachten

Voorkomende klachten zijn: dwanghandelingen zoals veelvuldig wassen en douchen, identiteitsverwarring, verlies van controle en geheugenverlies, gebrek aan sociale vaardigheden, interpersoonlijke gevoeligheid, vijandigheid, angst, en depressie, verstoord seksuele beleving en functioneren (problemen met aanraking), emotionele ontwikkelingsstoornissen (staan vaak open voor gevoelens van anderen en weten dan al gauw niet meer wat eigen of andermans gevoelens zijn), vernietigend schaamte gevoel, een gebroken wil, onvermogen te vertrouwen, onvermogen tot overgave, zelfveroordeling.
Lichamelijke klachten: vaak lage rugpijn, algehele gevoel van spanning in het lichaam. Slapeloosheid en de vermoeidheid die dat meebrengt. Slechte eetlust tot anorexia toe of troost-eten met het gevolg braken (boulimie). Oudere kinderen en volwassenen verwerken het trauma ook vaak door het zich storten in allerlei activisme, doorzetting, carrière, enz. Jonge kinderen reageren meer depressief en regressief.