Wat je kan betekenen voor iemand die rouwt

Wees vertrouwd met rouw: luister en erken iemands verdriet, weest bereid de last van de droefheid of verwarring te dragen. Vertel dat ook jij bedroefd bent. Deel verhalen en herinneringen over degene die gestorven is. De grootste angst is dat de overledene zal ophouden te bestaan als niemand zich hem herinnert.

Weet hoe je moet troosten: troosten zit ‘m niet in mooie woorden, maar betekent voornamelijk ‘er zijn’ en wijzen op de Trooster die bijstand geeft, hulp biedt en alleen de leegte kan opvullen.

Stel vragen als: Wat is er verloren? Wat moet opnieuw uitgevonden worden? Welke informatie heeft de persoon over verdriet en leven? Wat is er op dit moment nog aan de hand in zijn leven? Hoe gaat het met de nabije omgeving? Welke rolmodellen en ondersteunende mensen omringen de persoon?

Laat ruimte voor emoties en eigenheid: wat goed voor de ene is, hoeft niet goed voor de andere te zijn. Verdriet mag er zijn. Opstandigheid tegenover God hoort erbij.

Geef juiste informatie over de dood: met betrekking tot het lichaam, opstanding tot nieuw leven, praat erover wat de hemel is en houdt er rekening mee dat het niet altijd zeker is of iemand in de hemel is.

Wees een voorbeeld: deel ervaringen van je leven in een gebroken wereld en God als betrouwbare vriend. Maak de nabijheid van God levensecht. Laat zien dat je tegelijkertijd bedroefd kan zijn en kan hopen en vertrouwen.

Zeg niet: ‘Ik zal er altijd voor je zijn’. Als je aanbiedt ‘er te zijn’, dan moet je elk beroep inwilligen dat op je gedaan wordt. Als je niet op afroep beschikbaar kunt zijn, biedt dan niet aan dat je ‘om het even wanneer gebeld mag worden’.