Aanpassing aan de omgeving zonder de overledene
De derde taak is het zich aanpassen aan een nieuw leven zonder de overledene. Iedereen moet deze taak doormaken om de rouw te verwerken. Toch is het verschillend voor elke rouwende, afhankelijk van wie de overledene was, hoe hun relatie was en welke rollen de overledene in zijn leven vervulde. Vaak realiseert men zich pas goed welke functie iemand vervulde, wanneer hij er niet meer is.
Wie of wat was dat kind voor de ouders, voor de broers en zussen? Voor elk van hen heeft dit kind een andere betekenis, omdat elk zijn specifieke relatie had. Welke betekenis had de overleden vader voor dit kind? Hij wordt gemist door de zoon op het voetbalveld. De dochter mist hem op haar balletoptreden en wanneer ze een lekke band heeft. Voor een weduwe kan het enkele maanden duren voordat ze zich ten volle realiseert wat het betekent te leven zonder haar echtgenoot. ’s Avonds zelf alles afsluiten. Alleen liggen in een groot bed. Niet meer samen de dag evalueren. Alleen de kinderen opvoeden. Geen klankbord meer om samen beslissingen te nemen. Alleen naar de ouderavonden gaan. Men realiseert zich pas geleidelijk welke functies de overledene allemaal vervulde. Het komt er nu op aan nieuwe vaardigheden te leren en een oplossing te vinden voor de rollen die de overledene vroeger vervulde. Dit kan gepaard gaan met heel veel emoties, zoals boosheid, machteloosheid, groot verdriet, ontgoocheling.