Praten over sterven en dood
Auteur: Dirk Lemmens
Bron: www.metemorfosemagazine.org
Er wordt wel eens gezegd dat de dood de enige zekerheid is in het leven. We kunnen dit al lezen in de psalmen: ‘Welke man leeft er die de dood niet zien zal, die zijn ziel bevrijden zal uit de greep van het graf?’ (Ps. 89:49).
En toch is onze maatschappij er in geslaagd om de dood vrijwel volledig uit het leven te bannen. We hebben het stervensproces opgeborgen in verzorgingstehuizen en hospices, terwijl we de dood overgelaten hebben aan uitvaartcentra. In onze huizen en in onze gezinnen is geen plaats meer voor sterven en dood. We hebben toegelaten dat het een zaak geworden is van ‘professionals’.
Wie echter betrokken is in het gemeentepastoraat, wordt niet alleen geconfronteerd met de dood, maar ook met het proces van het sterven. Het is belangrijk dat we hier voor onszelf over nadenken, zodat we in staat zijn om stervenden, en hun omgeving, in dit moeilijke traject te begeleiden. Meestal snakken ze naar een luisterend oor, en naar iemand die niet bang is om samen met hun, voor het aangezicht van God, de laatste vragen van het leven te bespreken.
Het belang van een Bijbelse visie op de dood
De dood maakte geen deel uit van het oorspronkelijke plan dat God had met de mens: ‘En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.’ (Gen. 2:16-17). Omdat door de zonde de dood in het leven komt (Rom. 6:23), en omdat er niemand zonder zonde is (Rom. 5:12), is de dood het onvermijdelijke einde van het leven geworden: ‘En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt,…’ (Heb. 9:27).
De dood houdt niet enkel het einde van dit aardse leven in, maar eeuwig leven, gescheiden van God. Voor velen is hij een bron van angst en slavernij die hun geketend houdt (Heb. 2:15). Hij is de ultieme vijand: ondanks een strijd die soms jarenlang duurt, blijkt hij uiteindelijk voor ieder van ons onoverwinnelijk. En toch is de dood een vijand die onttroond is: ‘De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.’ (1 Kor. 15:26). Hij is verslagen doordat Jezus mens geworden is, zonder zonde geleefd heeft, gestorven en opgestaan is (Heb. 2:14).
Daarom hoeven wij, als christenen, de dood niet langer te vrezen, en mogen we, samen met Paulus zeggen: ‘Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel?’ (1 Kor. 15:55). Door Zijn dood aan het kruis heeft de Heere Jezus ons vrijgemaakt van de dood, en daardoor er ook voor gezorgd dat er geen reden meer is om bang te zijn voor de dood: ‘Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.’ (Rom. 8:38-39).
De weg die gegaan moet worden
Alhoewel de dood niet langer onze vijand is, maar veeleer iets om naar uit te kijken (Fil. 1:21-23), is de weg die er naartoe leidt, het overlijden, een moeilijke en vaak ontluisterende weg. Weinigen is het gegeven om vredevol in hun slaap te overlijden. De meesten moeten door een stervensproces waarbij ze beetje bij beetje alles wat we normaal vinden in het leven, verliezen.
De nood om er over te praten
Omdat we de dood uit het leven gebannen hebben, vinden de meeste mensen (ook pastorale werkers…!) het moeilijk om er over te praten, en vermijden ze het onderwerp systematisch. De broeder of zuster die aanvoelt dat het einde nadert, en zijn omgeving, ervaren de nood tot gesprek echter des te intenser. Voor hun is het een enorme opluchting wanneer ze hun zorg en verdriet kunnen delen met iemand, en ze samen voor Gods troon kunnen brengen.
Het recht om te leven
We leven in een tijd waar het steeds normaler gevonden wordt dat we, in situaties van ‘uitzichtloos lijden’, het heft in eigen handen nemen, en het leven van een medemens beëindigen. Soms is dit het verlangen van de stervende, soms is het de omgeving die hier op aandringt. Het is de taak van de pastoraal werker om in dit proces betrokken te zijn: enerzijds houdt dit in om liefdevolle betrokkenheid bij het lijden te tonen, maar anderzijds ook om er op te wijzen dat God het leven in Zijn hand heeft, en dat het ons niet toekomt om dit te beëindigen.
Het recht om te sterven
Soms zijn mensen, net als David, ‘oud en verzadigd van dagen’ (1 Kron. 23:1), en is hun enige verlangen nog om naar hun Heer te gaan. Een laatste operatie, of een extra chemo kuur zou hun leven misschien nog enige tijd kunnen verlengen, maar houdt tegelijk zoveel moeite in zich dat ze de moed niet op kunnen brengen om ze te ondergaan. Ook in het doorspreken van dit proces, ligt een taak voor de pastoraal werker. Hierbij zijn niet zijn eigen gevoelens of gedachten doorslaggevend, maar wel de nood van de stervende.
Afscheid nemen van geliefden
De laatste levensfase is altijd een moeilijke weg, zowel voor de zieke als voor zijn geliefden. Een goede pastorale betrokkenheid vanuit de gemeente kan echter het proces van afscheid nemen, en het rouwproces dat daarop volgt, kan echter aanzienlijk verlichten.
Afscheid nemen
Soms weten mensen, ook al zijn ze misschien al vele tientallen jaren getrouwd, niet hoe ze afscheid van elkaar moeten nemen. Ze vermijden het onderwerp van de dood, en dragen hun moeite alleen, omdat ze de ander willen ontzien. De inbreng van een pastoraal werker kan hun helpen om hierin elkaar te vinden, en écht afscheid te nemen.
Soms is ook de praktische betrokkenheid van de gemeente nodig wanneer de stervende afscheid wil nemen van een familielid of vriend die ver weg woont, en de zieke niet meer op eigen kracht kan bereiken.
Samen genieten
Niet zo lang geleden sprak ik met een broeder die van de dokter het advies gekregen had om te ‘genieten van elke dag’. Dit advies kwam hard aan, en zowel de broeder als zijn vrouw stelden pastorale hulp om dit te verwerken, erg op prijs. Nu ze besloten hebben om dit advies op te volgen, is ook de (praktische) hulp uit de gemeente welkom om hier vorm aan te geven.
Het nodige rechtzetten
De meesten van ons hebben dingen in ons leven die we nog recht moeten zetten. De pastorale werker kan ook hierin een grote hulp zijn: hij kan de zieke helpen om een beter zicht te krijgen op zijn eigen aandeel in wat misgelopen is, en om een brug te slaan naar de andere partij.
Zorg voor degenen die achterblijven
Het geeft de zieke veel troost en sterkte, indien hij weet dat hij alles gedaan heeft om op een goede manier te zorgen voor degenen die achterblijven. Vaak hebben mensen hier tijdens hun actieve leven nauwelijks bij stilgestaan, en willen ze hier nog actie in ondernemen.
De dag van het afscheid
Het is zinvol om, indien mogelijk, samen met de stervende en zijn geliefden over de rouwdienst na te denken. Dit helpt de stervende om het leven los te laten, en helpt degenen die achterblijven in hun rouwproces.
Degenen die achterblijven
Na de begrafenisdienst is het de taak van de pastoraal werker om betrokken te blijven bij de rouwenden, en hun bij te staan in het moeilijke proces dat ze doormaken.