Omgaan met verlies en pijn in de plaatselijke gemeente
Auteur: Miel de Rechter
Bron: www.metamorfosemagazine.org
Mijn vader stierf toen hij 39 jaar was. Ik was de oudste zoon en 16 jaar oud. Mijn vader stierf zonder een ziekbed, onverwacht. Als gezin waren we hier totaal niet op voorbereid. Hij kreeg in de nacht een hartstilstand en ik vond hem midden in de nacht. Dit trauma heeft een grote invloed op mijn leven gehad. Dit werd nog versterkt, omdat er geen hulp en begeleiding plaatsvond. Onze familie en mijn tiener vrienden wisten zich hiermee geen raad en vonden het moeilijk hoe ze zich naar ons toe moesten verhouden. Natuurlijk waren zij ook overrompeld door dit grote verdriet in ons leven. In deze nacht verloor ik niet alleen mijn vader, ik verloor ook mijn vrienden. Ik zocht hen niet meer op en mijn vrienden trokken zich terug, uit onmacht over het ontstane verdriet. Ik verloor het contact met volwassen mannen en vaders, zoals mijn ooms en vrienden van mijn vader, die bij ons thuis regelmatig op bezoek kwamen en die we vanaf die tijd nog maar zeer zelden zagen. Wat moesten ze ook bij ons thuis nu mijn vader er niet meer was?
Maar we verloren ook elkaar binnen het gezin, doordat ieder op zijn manier probeerde te overleven en met zichzelf bezig was. Ik verloor niet alleen relaties. Er was ook materieel verlies van inkomen. We kwamen als gezin in armoede terecht. De tastbare en materiële verliezen kan ik mij nu nog herinneren, ook al is het bijna 50 jaar geleden.
Als ik terugkijk op deze periode, was het moeilijkste niet de tastbare verliezen, maar de innerlijke verliezen, die ik toentertijd maar moeilijk onder woorden kon brengen:
Het verlies van gevoel van identiteit. Ik was half wees. Ik wist niet meer wie ik was en wat ik met het leven wilde. Ik verloor het geloof dat er een God bestond, die van ons hield en voor ons zorgde. Het verlies van zelfvertrouwen en van mijn gevoel van eigenwaarde. Het verlies van het vertrouwen om met anderen op een gezonde manier verbonden te zijn. Het verlies om in mijn leven een doel te hebben.
Deze ervaring, samen met het begeleiden van mensen als voorganger van een plaatselijke kerk in hun verlies én het werk dat mijn vrouw Rietje 7 jaar lang als vrijwilligster in het hospice heeft gedaan, heeft ons bepaald bij hoe belangrijk het is om mensen bij te staan in het verwerken van hun verdriet. Dierbare relaties en ook leden van een plaatselijke gemeente rondom een persoon met verlies en rouwverwerking kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Daarvoor is het nodig dat we inzicht krijgen hoe hiermee om te gaan. Hoe aan verlies en verdriet vorm te geven? Hoe, ondanks de grote verliezen, geholpen door de Here Jezus, familieleden, vrienden en mede gelovigen, weer van het leven te gaan houden? Dit artikel wil hierin een handreiking zijn.
Ontmoetingen van de Here Jezus met mensen die getraumatiseerd zijn
Jezus had tegen Maria van Magdalena gezegd in Mattheüs 28:10 “Wees niet bevreesd; ga heen, bericht Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen ze mij zien.” Iedereen ging overal heen, behalve naar Galilea. Twee discipelen waren op weg naar Emmaüs. De apostelen bleven in Jeruzalem. Deze reacties liggen ook zeer voor de hand. De broeders en zusters waren getraumatiseerd. Hun Heere en Heiland, hun hoop en toekomst was gekruisigd. Ze waren in shock, verdoofd. Sommigen hadden hun beroep opgegeven, hun boten achtergelaten. Ze wisten het zeker: dit is de Messias en Hij zal ons bevrijden. En wat was er gebeurd? Hun Heere was gekruisigd. Hun leider, Petrus, was diep gevallen. Hij had op het cruciale moment gefaald. Hij had de Here Jezus verloochend. Een ander, die drie jaar met hen was opgetrokken, had Hem verraden, notabene met een kus. Als we nu naar hun verliezen en verdriet kijken, dan waren de niet materiële verliezen natuurlijk het allergrootst.
Hun zekerheid van een groter doel te dienen was verloren, was in rook opgegaan. Ze waren overvallen door een gevoel dat het leven geen betekenis meer had. De doelen, hun hoop en dromen, hun roeping die ze tot nu toe hadden, leken niet meer relevant. Datgene wat Petrus en Judas gedaan hadden, gaven hen zeker het gevoel dat je anderen niet langer kon vertrouwen. Ze konden er niet meer zeker van zijn dat anderen, ook hun vrienden niet, de waarheid vertellen. Wie kun je nog geloven, wie kun je nog vertrouwen en wie is er nog betrouwbaar? Waren ze zelf wel nog betrouwbaar, want ze waren, toen het er echt op aankwam, ook gevlucht. Toen Jezus hen nodig had, was er niemand, behalve de vrouwen, en zij zijn gevlucht.
Niet materieel verlies:
Het verlies van gevoel van eigenwaarde. Met als gevolg de gedachte dat je de liefde niet meer waard bent.
Het verlies van een dieper gevoel van identiteit. “Ik denk niet meer dat ik kostbaar of waardevol ben. Ik weet ook niet meer wie ik ben en wat ik met mijn leven wil.”
Om inzicht te krijgen hoe rouwtaken verlopen heeft mij het boek van Helpen bij verlies en verdriet van Manu Keirse zeer geholpen.1 Het woord ‘rouwtaken’ wijst erop dat de rouwende actief is, iets kan doen.
Dit betekent ook dat de anderen de rouwende kunnen helpen met het opnemen van deze taken. Maar uit gebrek aan inzicht in wat verdriet verwerken eigenlijk inhoudt, hindert men het verwerkingsproces in plaats van dat men dit bevordert.
De vier rouwtaken bij het overlijden van iemand die ons zeer dierbaar is, worden door Keirse als volgt beschreven:
• Aanvaarden van het werkelijk verlies
• Ervaren van de pijn van het verlies
• Aanpassen aan de omgeving zonder de overledene
• Een nieuwe plaats geven aan het heengaan van de overledene en opnieuw leren houden van het leven
De emoties die hierbij horen zijn in onderstaand schema uit The grief Adjustment Guide heel goed weergegeven:2
Ik denk dat het schema heel goed weergeeft wat de Here Jezus aantreft als Hij op de opstandingsdag de Emmaüsgangers ontmoet.
Ik wil naar de Here Jezus kijken. Wat doet Hij om deze mannen in hun pijn en verlies te ontmoeten? Dit staat prachtig beschreven in Lukas 24:13-36. Dat is voor mij de leidraad geworden hoe mensen te helpen en bij te staan in hun verlies en pijn.
Wat is het eerste wat de Here Jezus doet?
Lukas 24:15: “En het gebeurde… dat Jezus Zelf bij hen kwam en met hen meeliep.”
Jezus kwam bij hen
De meeste mensen weten niet met grote verliezen die anderen overkomen om te gaan. De machteloosheid, het onomkeerbare, wat moet je doen, wat moet je zeggen? Hoe om te gaan met: het kan toch niet waar zijn? De ontkenning, boosheid, paniek en shock.
Onze natuurlijke reactie zou kunnen zijn: wegblijven, vermijden, ontwijken. Als het gaat over het lijden en sterven van de Here Jezus aan het kruis is één van de meest ontroerende passages wel beschreven in Psalm 22:25, hoe de Vader naar Zijn lijdende Zoon kijkt: “Want Hij heeft de ellendige in zijn ellende niet veracht en niet verafschuwd. Hij heeft Zijn aangezicht niet voor Hem verborgen maar Hij heeft gehoord toen Hij tot Hem riep.”
God wendt zich niet af van lijden. Jezus voegt zich bij hen en loopt het tempo van de rouwenden.
En dan stelt Hij de vraag: Waarom zien jullie er zo bedroefd uit en waar hebben jullie het over? De Emmaüsgangers vragen zich af of deze vreemdeling de enige is die niet weet wat er gebeurd is in Jeruzalem. Jezus stelt de cruciale vraag die je aan elke rouwende mag stellen:
Wat is er dan gebeurd? (Luk. 24:19)
Wanneer mij iets diep raakt, dan is het dat Jezus zich voegt bij u en mij en de vraag stelt: Wat is er gebeurd? Het is zo belangrijk dat je iemand kan vertellen wat er is gebeurd. Het is cruciaal dat iemand naar je verdriet, pijn en verlies wil luisteren. Natuurlijk wist de Here Jezus, als geen ander, wat er was gebeurd. Maar Hij laat hen vertellen wat er is gebeurd, niet vanuit Zijn perspectief, maar vanuit de omstandigheden en situatie van degene die het verlies en de pijn ervaart. Hij luistert naar de feiten en de gevoelens van de ander. Hoe vaak maak je het niet mee dat iemand luistert, maar daarna het gesprek overneemt om zijn eigen pijn en ervaringen te delen?
Of men luistert en verzamelt tijdens het luisteren zoveel informatie, dat men een conclusie kan trekken en aangeeft wat eraan te doen is. Men komt dus met een oplossing.
Of men geeft een preek over rouw- en verliesverwerking, met de oprechte bedoeling iemand te helpen. Maar zo helpt men niet daadwerkelijk, want men luistert niet.
Wat nodig is, is aandachtig luisteren, zonder richting te geven met directieve vragen. Met onverdeelde aandacht luisteren kan al zeer genezend werken. Vooral te ervaren dat Hij die alles weet naar je wil luisteren, is belangrijk. Hij wil je verhaal horen. Hij wil van jou weten wat er gebeurd is. En als we de feiten vertellen, dan komen we ook aan onze gevoelens.
En wij hoopten dat (Luk. 24:21)
“Wij hoopten dat Hij het was Die Israël zou verlossen.” Dat is wat de Emmaüsgangers tegen Jezus zeggen. Het is onontbeerlijk om je verliezen onder woorden te brengen, te rouwen over wat is geweest en wat niet meer hersteld kan worden, te beseffen dat de persoon niet meer terugkomt in de vorm zoals je hem hebt gekend. Vooral de niet materiële verliezen onder woorden brengen en er over kunnen huilen is noodzakelijk.
De hoop die ik niet meer kon hebben na het overlijden van mijn vader, is als volgt onder woorden gebracht. Ik had graag mijn vaders trots gezien toen ik slaagde voor mijn diploma´s. Ik had mijn vader graag aan mijn vrouw voorgesteld, aan onze kinderen en zijn kleinkinderen. Ik had gehoopt dat… en het is niet zo.
Een belangrijk gegeven is, dat het herstel van verlies, het verwerken van pijn en de kwaliteit van het rouwen, je verdere leven bepaalt. De grootste leugen is “tijd heelt alle wonden”. Ik citeer een sprekend beeld uit het boek van Manu Keirse, als het erom gaat het verlies en verdriet een plek te geven en verder te leven:3
“Men kan dit vergelijken met het beeld van een schaduw. Verdriet na verlies gaat met mensen mee door heel hun verdere leven, zoals de schaduw van een mens hem overal vergezelt. De schaduw van een mens is soms groot en soms klein, soms ligt ze vóór hem en dan weer naast hem. Soms ziet men ze en op ander moment is ze onzichtbaar. Men kan een hoek van een straat omslaan en de schaduw ligt plots levensgroot vóór de persoon en stapt elke stap met hem mee. Zo is het ook met verdriet. Het kan opeens levensgroot aanwezig zijn, als men het niet verwacht.”
Om verlies en pijn een plek te geven zijn deze fasen in een leven van essentieel belang:
Onder woorden brengen wat er is gebeurd. Of erachter komen wat er is gebeurd. En de verliezen te verwoorden, de materiële en niet materiële verliezen. Samengevat met de woorden: ik had gehoopt dat…
Het grote verschil en voorrecht voor gelovigen is wat volgt op de vragen zoals “Wat is er gebeurd?” en “We hadden gehoopt dat…..”
Wat doet de Here Jezus nadat Hij geluisterd heeft?
Jezus verkondigt Jezus!
Jezus opent Gods Woord: Hij legde hen uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was (Luk. 24:27). In alle wanhoop, in alle verdriet, door je tranen heen, moet iemand komen die in jouw tempo met je meeloopt. Iemand moet luisteren naar wat er is gebeurd en met jou naar je verliezen kijken. Je heb iemand nodig die je in alle pijn, wanhoop, boosheid, wrok, angst, paniek en schaamte aan de hand neemt en je over Jezus vertelt. Er moet iemand langszij komen die de Naam van de Here Jezus niet misbruikt als doekje voor het bloeden, die ‘dat God alles doet medewerken ten goede’ niet citeert als een ontspanningspoging, omdat hij zelf geen deel wilt hebben aan jouw lijden en verdriet. Iemand die niet de korte route neemt met de woorden ‘maar Jezus is er toch’, is onmisbaar.
In het lijden is er een stereo boodschap: het is erg, er is groot verlies, er is diepe rouw,… maar Jezus, maar God. Je zult regelmatig zien dat mensen in al hun verdriet de Here Jezus niet herkennen als je over Hem vertelt. De Emmaüsgangers herkennen Hem niet, Maria van Magdalena denkt dat Hij de tuinman is. En als Jezus zich op de eerste Opstandingsdag bij de Emmaüsgangers en de apostelen voegt met de woorden “Vrede zij u” (Luk. 24:36) werden zij zeer bevreesd en dachten dat ze een geest zagen.
De grote Trooster komt Zelf
Als de discipelen Hem door de Schrift niet herkennen, komt er een heel bijzonder moment. Hij openbaart Zichzelf. Hij komt in onze situatie en dan zien wij dat we niet alleen door dit verdriet en pijn heen gaan of heen gegaan zijn. We ontdekken dat Hij, de Alwetende, met ons door dit dal van diepe duisternis meegaat. Jezus neemt een brood, zegent het en breekt het. Ongetwijfeld hebben de Emmaüsgangers de tekenen in Zijn handen gezien. Het zijn de tekenen van Zijn lijden. Er was een diepe gemeenschap. De Here Jezus zoekt hen op. Hun ogen worden geopend en ze herkennen Hem. Dit is de zegen van iemand in zeer moeilijke tijden bij te staan, van met iemand de route te lopen in zijn verdriet en mee te mogen maken dat er een ontmoeting plaatsvindt tussen de rouwende en de Here Jezus in het moment dat ze Hem herkennen.
Mensen die door zo´n rouwproces gaan, hebben het vermogen om, zoals de Emmaüsgangers, met deze overweldigende ervaring terug te gaan in de verdrietige situatie van anderen. Zij gingen terug naar Jeruzalem om eerst naar de anderen te luisteren, dat de ander kan vertellen: “De Heere is werkelijk opgestaan” (Luk. 24:34). Dan pas delen ze hun eigen ervaringen als troost en bemoediging.
Laten we ons als gelovigen uitstrekken om de weg die Christus ons wijst, te gaan. Je kunt in je verdriet blijven hangen als je Christus er niet in toelaat en vervolgens in een ‘overlevingsmodus’ je leven gaat leiden.
Dit doet mij denken aan een vrouw, die ik vele jaren geleden bij een evangelisatie-actie op een beurs ontmoette. Ik ken haar naam niet. Ik vroeg haar of ze een Bijbel had en ze antwoordde: ja, die was van mijn zoon. Ik vroeg haar: was van uw zoon? Ze vertelde dat haar zoon bij een ongeluk om het leven was gekomen. Bij het opruimen van zijn spullen op de universiteit hadden ze in zijn kastje een Bijbel gevonden. Ik luisterde naar haar en vroeg of ik voor haar mocht bidden dat God haar zou troosten in haar verdriet. Tot mijn stomme verbazing zei ze: nee. Waarom niet was mijn vraag aan haar? Het verdriet van mijn zoon is alles wat ik nog heb, was haar antwoord. Ik heb haar niet meer ontmoet, maar hier moet ik na vele jaren nog steeds aan denken. Zij had een ontroostbare verdriet, waar niemand bij mocht en dat haar hele verdere leven bepaalde.
Het schema over emoties bij rouw begint met een rechte lijn. Dan komen we in een dal met vele emoties en na verwerking, van rouw en pijn, is er weer een rechte lijn. Deze laatste lijn ligt hoger. De kwaliteit van leven en wie we zijn in Christus, kan door het lijden heen op een hoger plan gebracht worden. Niet door te vergeten, maar door het met hulp van de Here Jezus een plek te geven.
Mijn gebed is dat we niet terugdeinzen als iemand met groot verlies te maken krijgt en rouw.
Mijn gebed is dat we elkaar kunnen helpen, gesterkt door onze relatie met Christus, onze Heere.
Eindnoten
1 Manu Keirse, Helpen bij verlies en verdriet, een gids voor het gezin en de hulpverlener. Lannoo, 2008.
2 Charlotte A. Greeson, Mary Hollingsworth & Michael Washburn, The grief adjustment guide: a pathway through pain. Multnomah Books, 1990, p. xx.
3 Manu Keirse, Op. cit., p. 34.