Gecompliceerde rouw

Omstandigheden die een hoger risico op een gecompliceerd rouwproces met zich meebrengen:

Plotselinge, onverwachte dood van een geliefde, na een ongeval of ander trauma zoals een moord. Dood na een zeer langdurig en aftakelend ziekteproces. Het verlies van een kind. Na zelfmoord. Wanneer er sprake was van een verkeerde afhankelijkheidsrelatie met de overledene. Wanneer er een geschiedenis is van eerdere verliezen. Wanneer de achtergeblevene denkt dat er weinig sociale steun is.

Patronen van een gecompliceerd rouwproces zijn: de dood wordt niet erkend, verdriet wordt uitgesteld, men blijft in voortdurende staat van acuut verdriet, opstand, depressie of angst of weigert getroost te worden. Het rouwproces is eenzijdig wanneer boosheid, angst of schuldgevoelens de overhand heeft en er geen aandacht is voor andere gevoelens.
Bij getraumatiseerde rouw blijft de achtergeblevene steken in het trauma van wat er gebeurd is en komt er komt geen rouwproces op gang. Soms ontstaan er lichamelijke reacties – overgenomen van de symptomen van de overledene- die de plaats innemen van de gevoelens van rouw.