Vruchtbaar rouwen bij kinderloosheid

Auteur: Jacolien van der Steenhoven
Bron: www.metamorfosemagazine.org

Zo’n tien jaar geleden hoorden mijn man en ik dat we medisch gezien geen kinderen konden krijgen. Dit was voor ons een schok. Na een aantal onderzoeken naar de medische oorzaak, bleek er ook geen vruchtbaarheidsbehandeling mogelijk te zijn. Er was sprake van onvruchtbaarheid. We hadden dit niet verwacht, want we waren allebei gezond. Wat gebeurt er met je na zo’n boodschap? Wat betekent God hier in? Hoe kan de gemeente mensen helpen die ongewenst kinderloos zijn? Deze vragen wil ik in dit artikel bespreken.

Met het krijgen van kinderen waren mijn man en ik niet vanaf het begin van ons huwelijk bezig. We trouwden vooral om samen te zijn, kinderen waren toekomstmuziek. Op het moment dat we de boodschap kregen dat we geen eigen kinderen zouden krijgen, was dit desondanks een grote teleurstelling. Onbewust hadden we toch een groot verlangen om kinderen te krijgen en verloren we onze droom.
Het proces waarin we terechtkwamen is te vergelijken met een rouwproces. In Van Dale wordt rouw omschreven als “bedroefdheid, met name vanwege een sterfgeval.” Over rouw wordt vooral gesproken als er sprake is van het concreet verliezen van iemand zoals bij overlijden, miskraam of verliezen van een kindje. Rouw wordt niet zo vaak beschreven in het kader van kinderloosheid, maar vindt dan ook wel degelijk plaats. In dit geval is rouw het afscheid nemen van het idee dat je een kind zult krijgen. Het inzicht dat we in een rouwproces zaten, heeft me erg geholpen om met het verlies om te kunnen gaan. Hierdoor kon ik de gevoelens een plaats gaan geven en kwam er ook ruimte om te voelen. Rouwen is het aan de slag moeten om verdriet hanteerbaar te maken (Vegt, p. 9). Door te rouwen ging ik door de pijn in plaats van er omheen.

Kenmerkend voor rouw bij onvruchtbaarheid is dat er geen sprake is van een concreet verlies. Het is niet zichtbaar. De omgeving neemt daarom in de meeste gevallen niet deel aan het rouwproces. Hierdoor wordt het verlies meestal niet onderkend, kan het onderhuids lang doorwerken en iemands leven langdurig beïnvloeden (Van Eck, p. 108). Het rouwen is daardoor een lastig en ook gevoelig proces voor de betrokkenen. Hieronder bespreek ik hoe rouw in het geval van kinderloosheid eruit kan zien en ook vruchtbaar kan zijn.

Waarom doet het zo’n pijn?

Onze tijd en cultuur gaat uit van de maakbaarheid van het leven. We leven in een samenleving die pijn vermijdt. Bijna alles ligt binnen handbereik en als we iets niet krijgen dan zorgen we er wel voor dat het kunnen gaan bereiken. Christenen worden ook beïnvloed door de cultuur waarin we leven. We kunnen het als vanzelfsprekend beschouwen dat als we trouwen we ook kinderen gaan krijgen. Mijn leven was tot tien jaar geleden gladjes verlopen. Ik had een goede opvoeding gehad, studies afgerond en getrouwd. Toen ik de boodschap hoorde dat kinderen krijgen er voor ons niet in zat, was dit de eerste keer dat ik iets niet zou kunnen krijgen waar ik echt naar verlangde. In de Bijbel wordt het krijgen van kinderen niet als vanzelfsprekend beschouwd. Het is een geschenk van de Heer (Psalm 127: 3). Ook verschillende personen in de Bijbel zoals Abraham en Sara, Jacob en Lea en Hanna hebben geworsteld met het krijgen van kinderen. Dit besef niet alles in de hand te hebben en afhankelijk te zijn van God zijn we een beetje kwijtgeraakt (Van Regenmorter p. 28). Opnieuw moest ik erkennen dat God uiteindelijk in controle is en dat ik van Hem alleen afhankelijk ben in plaats van van mijn eigen kunnen. Ik leerde God te vertrouwen om wie Hij is en niet om wat hij me geeft.  

Rouwtaken

In de literatuur over rouw wordt regelmatig het fasen-model van Kübler-Ross besproken dat verschillende fasen bij rouwverwerking beschrijft: ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie en aanvaarding (p.106 Van Eck). Het spreken over fasen doet vermoeden dat iemand automatisch door dit proces heengaat en tijd zodoende de wonden heelt. In de praktijk verlopen deze fasen niet keurig na elkaar, maar door elkaar heen en kunnen ze verschillende keren terug komen. Ter Horst spreekt bij het verwerken van verdriet over een doolhof. “Men weet er de weg niet. De uitgang is moeilijk te vinden en vaak komt men terug op plaatsen waar men al eerder is geweest.” (p.79, Ter Horst). Dit beeld geeft aan hoe weerbarstig het proces van rouwen kan zijn. Tegenwoordig wordt er ook gesproken over rouwtaken in plaats van rouwfasen. Dit impliceert dat de rouwende actief iets kan doen en anderen ook kunnen helpen bij bepaalde taken (p. 25, Vegt). Hiervoor moeten we bewust kiezen. Hieronder ga ik in op de vier rouwtaken.

1. Aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies.
Toen bleek dat we geen eigen kinderen konden krijgen, moesten we dit verlies onder ogen komen door te erkennen dat we onze verwachting voor de toekomst hadden verloren. Het aanvaarden van de werkelijkheid gebeurt ook als een echtpaar erkent dat ze een probleem hebben met vruchtbaarheid en zich laat doorverwijzen naar een gynaecoloog. Dit kan erg moeilijk zijn, omdat ze bang kunnen zijn voor tekortkomingen (Regenmorter, p. 30). Indien er medische behandelingen worden ondergaan, kan een echtpaar hiermee doorgaan zonder te realiseren dat de kans groot is dat ze geen kinderen kunnen krijgen. Voor de verwerking van het verdriet is het echter belangrijk om de werkelijkheid onder ogen te zien. Op dat moment komen er ook emoties los en belanden we bij de tweede rouwtaak.

2. Ervaren van de pijn en het verlies.
We zijn geneigd ons af te sluiten voor de hevigheid van gevoelens, maar het rouwproces wordt verlengd bij het verlichten of uitstellen van de pijn. Als we niet ‘voelen’, komt pijn vaak terug in de vorm van een ziektesymptoom of ontwijkend gedrag (Vegt, p. 28). We zullen dwars door het dal van diepe duisternis moeten gaan om het verdriet te verwerken. Deze emoties kunnen zijn: boosheid, angst, onzekerheid, schuldgevoel en vragen die naar voren komen. Ook kunnen deze gevoelens erg wisselend zijn. Het ene moment voel ik me goed, maar door een ‘goed bedoelde’ opmerking kan de pijn weer in alle hevigheid aanwezig zijn. Dit kost veel energie en kan zelfs levensmoeheid veroorzaken.

Voor een echtpaar is dit een moeilijke taak, omdat man en vrouw emoties verschillend ervaren en verwerken. Het verschil tussen man en vrouw speelt hierbij een grote rol. Een vrouw wil over het algemeen meer praten over haar gevoelens dan de man. Ook in mijn huwelijk werd duidelijk dat ik mijn verdriet anders uit dan mijn man. We moesten moeite doen om elkaar vast te houden. Spanningen die door kinderloosheid veroorzaakt worden, leiden of tot versterking van de huwelijksrelatie of tot een verwijdering tussen de partners (Regenmorter, p. 57). Het echtscheidingspercentage onder echtparen die ongewild kinderloos zijn, blijkt hoger te zijn dan gemiddeld. Het aanvaarden van deze verschillen binnen een huwelijk is essentieel. Dat is ook het aanvaarden dat de ander ons ten diepste niet kan troosten. Het heeft mij en mijn man erg geholpen om onze troost te zoeken bij de Heer. Hij is de Enige die ons doorgrondt en kent (Psalm 139). Op de momenten dat we bij de andere geen erkenning of troost kunnen krijgen, is het belangrijk om naar God toe te gaan voor Zijn troost en genezing van onze emoties. Jezus wil ons Goede Herder zijn (Psalm 23) in het diepe dal van duisternis. Hij is onze krachtbron en leidsman. Ook kan het helpen bij het verwerken van onze emoties deze om te zetten in (symbolische) handelingen. Dit kan door een eigen psalm te schrijven, creatieve vormen (bijv. schilderen), schrijven, stilte of muziek. Communicatie tussen man en vrouw blijft van essentieel belang om de spanningen rond onvruchtbaarheid samen het hoofd te bieden. Ook bij de derde rouwtaak.

3. Aanpassen aan de nieuwe situatie.
Het krijgen van kinderen heeft in het leven de functie van zorgen en vruchtbaar zijn voor een volgende generatie. Het doorgeven van dingen die we hebben geleerd. Bij kinderloosheid is het de kunst deze functies los te koppelen van de opvoeding van eigen kinderen. We kunnen onze moeder- en vaderkwaliteiten ook gebruiken door een geestelijk vader en moeder te zijn voor de volgende generatie. Bij deze taak is het voor een ongewenst kinderloos echtpaar belangrijk om keuzes te maken over hoe zij het leven zonder kinderen willen gaan inrichten.

De genezing begint bij een klein stapje naar een positief doel en een beetje interesse in de toekomst. De energie, die eerder aan rouwen werd besteed, begint nu gebruikt te worden voor het aanpakken van nieuwe projecten of een nieuwe start (Regenmorter, p. 148). Het is opnieuw leren houden van het leven met Jezus. Hij is de weg, de waarheid en het leven. Deze taak geeft veel vragen; hoe ziet de toekomst er dan? Welke keuzes maken we? Sommige echtparen zullen ervoor kiezen om een adoptieprocedure te starten of de mogelijkheden voor pleegzorg te onderzoeken. In ons geval zijn we weer gaan studeren en hebben we besloten onze kennis en tijd te investeren in jonge mensen.

4. Het verlies een nieuwe plaats geven.
Zoals het een grote stap was om in de rouw te gaan, is het ook een grote stap om eruit te gaan. Dit betekent niet dat er geen negatieve gevoelens meer zijn bij het kinderloos zijn of dat je er niet meer aan denkt. Het betekent dat je er nu over kan delen zonder bitterheid (Regenmorter, p. 152), de angel van de pijn is eruit. Gevoelens hebben een zodanige plaats gekregen, dat deze het dagelijks leven niet meer belemmeren of overspoelen. Het leven draait niet meer om het verdriet. Iemands identiteit is niet meer de ‘kinderloze vrouw of man’, maar je gaat leven vanuit de identiteit die we hebben in Jezus. Vanuit deze identiteit mogen we nieuwe doelen gaan ontdekken, zodat ons leven vruchtbaar is voor God en anderen. In mijn geval betekent dit het doorgeven van datgene wat ik heb geleerd om anderen te helpen in hun (geestelijke) groei. Nieuwe levensdoelen komen in het leven weer naar voren. Dit is een stap uit de rouw naar vrijheid (Van Eck, p. 142).

Binnen de gemeente

Mensen die worstelen met vruchtbaarheidsproblemen kunnen in een geloofscrisis raken. Vaak ontstaan er vragen die te maken hebben met het godsbeeld: Wie is God? Waarom doet Hij dit ons aan? Ook kunnen er schuldgevoelens ontstaan, omdat we denken dat God ons straft. Iemand kan zich ook minderwaardig gaan voelen. Binnen de gemeente is het belangrijk hier oog voor te hebben en te begrijpen dat geloofsvragen te maken kunnen hebben met het kinderloos zijn.

Rouwen rondom kinderloosheid is vaak niet zichtbaar voor anderen waardoor het geen automatisme is om hierover te praten. Elke keer moet er een keuze worden gemaakt door zowel het kinderloze echtpaar en de omgeving: “Wat vertel ik?”; en: “Wat vraag ik?”. De pijnvermijdende cultuur waarin we leven is ook niet bevorderlijk voor het open bespreken van dit thema.

Bij weinig openheid in een gemeente is er meestal ook weinig erkenning voor het kinderloze echtpaar vanuit de gemeente. Vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken hierdoor vaak verwijdering tussen mensen. Ook het simpele feit dat er geen kinderen zijn, kan afstand creëren met degenen die wel kinderen hebben. Iemand kan namelijk niet meepraten over de ervaring van het krijgen en opvoeden van kinderen. Deze afstand tot mensen die wel kinderen hebben, kan zelfs veranderen in een kloof. Je kunt gaan denken dat je er niet meer bij hoort en zelfs dat je niet waardevol bent (van Eck, p. 163). Verwijdering van andere mensen vormt voor veel kinderloze mensen en hun omgeving een extra factor van stress en pijn. Helaas is de gemeente regelmatig een plek waar het kinderloze echtpaar veel pijn kan ervaren.

Binnen kerken en gemeenten is vruchtbaarheidsproblemen een niet regelmatig besproken thema. In zondagse diensten komt kinderloosheid nauwelijks ter sprake en vaak zijn mensen huiverig om kinderloze echtparen hiernaar te vragen. Daarentegen is het belangrijk dat juist de gemeente een plek is waar kinderloze stellen zich thuis kunnen voelen en sterk kunnen worden in hun geloof. Echtheid en aandacht voor lijden zijn binnen de gemeente belangrijk. Is er in de zondagse dienst plaats voor het thema lijden? Is er openheid binnen een gemeente om moeilijke situaties te bespreken? In hoeverre is er bij de voorganger en/of oudsten zelf echtheid om te praten over lijden in hun eigen leven?

Ook kan het enorm helpen wanneer gemeenteleden met kinderen openstaan voor contacten met een echtpaar dat ongewenst kinderloos is. Het is nodig om binnen de gemeente het gezin niet te idealiseren en niet alleen gericht te zijn op gezinnen met kinderen. Waar draait het leven volgens de Here Jezus om? Is het niet belangrijker om als discipel vruchtbaar te zijn in Zijn koninkrijk en te werken aan de uitbreiding hiervan?

Voor kinderloze echtparen is het belangrijk om realistisch te zijn in hun verwachtingen. Niet iedereen zal je pijn begrijpen. Probeer één of twee mensen te vinden die het wel begrijpen en vraag hen om samen te bidden en bidt ook voor hen. Een ander advies is om de voorganger of oudsten informatie te geven over kinderloosheid, zodat zij weten hoe zij er aandacht aan kunnen besteden.

Bovenal, betrek God bij je rouw en verdriet. Hij is je Trooster en Helper bij het werken aan de rouw. “U hebt mijn rouwgewaad losgemaakt en mij met blijdschap omgord.” (Psalm 30:12)

Tot slot

Als je dit artikel leest en je hebt te maken met verlies en rouw kun je de volgende vraag stellen: Waar sta ik? Welke rouwtaak is er nog voor mij? Wat ga ik hiermee doen? Hoe kan ik God hierbij betrekken?

Gebruikte literatuur
Van Eck Odile, Een onzichtbaar verlies, leven met ongewenste kinderloosheid, van Brug, Nijkerk. 2010.
Van Regenmorter John en Sylvia, Hartstocht naar een baby, Medema, Vaassen, 2007.
Vegt Ton (red.), Ik moet je iets ergs vertellen, praktische handreiking voor rouwverwerking bij kinderen en tieners, Barnabas, Heerenveen. 2006
Ter Horst Wim, Over troosten en verdriet, Kok, Kampen, 2004