Eenzaamheid: oorzaken en wat te doen
Auteur: H. Gerritsen
Bron: www.metamorfosemagazine.org
Inleiding
In de hulpverlening is eenzaamheid een onderwerp, of je wilt of niet, waar je regelmatig mee geconfronteerd wordt. Het neemt steeds toe, het is een toenemend tijdverschijnsel. Als je leest in de krant: ‘Vrouw ligt 2 weken dood in huis’, dan roept zo’n regelmatig terugkerend bericht heel wat op. Oudere mensen die, variërend van enkele dagen tot vele weken, overleden blijken te zijn.
Een andere wijze, waardoor veel zichtbaar en hoorbaar wordt van mensen voor wie de eenzaamheid een probleem is, zijn de advertenties in de kranten van telefonische hulpdiensten. Mensen die meewerken aan deze hulpdiensten hoor je vaak verzuchten: “Wat is er een eenzaamheid”. De advertenties worden door veel eenzamen gelezen en men maakt gebruik van de mogelijkheid om althans voor een ogenblik de eenzaamheid te verbreken.
Persoonlijk werd ik bij de voorstudie getroffen door het volgende gedicht, in een regionaal weekblad ingezonden.
Stiller
Ik merk dat ik ouder word;
het wordt stiller om me heen.
Het lijkt alsof het kouder wordt;
ik voel me meer alleen.
M’n vrienden vallen van me weg;
dat maakt me droef en bang.
Bedenk, terwijl ik dit hardop zeg:
“Duurt het voor mij nog lang-“
‘t Is of de winter langer wordt;
de zomer haast verdwijnt.
Alsof ik alsmaar banger word,
dat voor mij de dag verschijnt.
Waarop ik afscheid nemen moet;
van alles wat me hier bindt.
Dat de geest het lijf verlaten moet;
gedreven door de wind.
Kees
De eenzaamheid van de dichter komt je tegemoet, wie eenzaam is, voelt zich verlaten.
Eenzaamheid neemt toe in de wereld, maar hoe is het in de kerk, is het daar onbekend? Als hulpverlener weten we wel beter! Daarom willen we behalve naar oorzaken te zoeken voor de toenemende eenzaamheid, ook zien of er wegen zijn die een oplossing of verlichting kunnen geven voor hen, voor wie eenzaamheid een probleem is. Als ik zeg probleem, dan klinkt dit negatief, maar we zullen zien dat er niet alleen een negatieve eenzaamheid is, maar ook een eenzaamheid die positief is, zoals ik ook de eenzaamheid heb ervaren bij het maken van dit werkstuk.
Omschrijving eenzaamheid
Het gaat met name om eenzaamheid die we als negatief ervaren, want zoals gezegd, is er ook een eenzaamheid die als positief ervaren wordt, of zoals iemand het noemde: “Het wonder van de eenzaamheid”.
Eenzaamheid is iets anders dan alleen zijn. Je kunt al dan niet uit eigen keuze een kortere of langere tijd alleen zijn, zonder eenzaam te zijn. Omgekeerd kun je temidden van velen, in je gezin, op school of op je werk je eenzaam voelen. Eenzaamheid heeft te maken met vervreemding, leven in een isolement, je niet begrepen voelen, geen contacten kunnen leggen. Kortom een situatie die door de betrokkene wordt ervaren als negatief, er is iets mis in de relaties, tijdelijk of blijvend en men ervaart dit als een gemis, daarbij komend dat men zichzelf niet in staat of minder goed in staat voelt om relaties te leggen of om verstoorde relaties te verbeteren. Eenzaamheid wil zeggen: de communicatie is verbroken of verstoord. Het leven zelf wordt als negatief ervaren, en ervaren als géén leven, als een kruis. Deze eenzaamheid kàn een einde vinden – in zijn uiterste vorm – in een suïcide(-poging). De vraag kan en mag hier al wel gesteld worden of eenzaamheid niet een grote rol zou kunnen spelen bij het groeiend aantal zelfdodingen, met name onder de jeugd.
Oorzaken
Vragen stellen is eenvoudiger dan ze te beantwoorden, ook al zijn er vele oorzaken of redenen te noemen waarom iemand zich eenzaam voelt. Vele oorzaken, maar ook slechts één enkele reden kan voor iemand al te veel zijn.
Duizend doden (bijv. in het verkeer) is een statistisch gegeven. De statistiek registreert koud en kil het getal 1000, in werkelijkheid is één dode in het verkeer een tragedie, zo ook die ene eenzame mens, door welke oorzaak dan ook ontstaan.
Oorzaken waardoor iemand eenzaam kan worden, kunnen bijvoorbeeld zijn dat iemand psychisch niet erg stabiel is, daardoor voor zichzelf veel of overdreven veel aandacht vraagt, daardoor weerstand opwekt van anderen en zich zo zelf in het isolement plaatst.
Eenzaamheid kan ook ontstaan als gevolg van alleen overblijven, door overlijden van mensen rondom ons, of door opnamen in een tehuis of verpleeginrichting van iemand met wie we jaren een goede band mochten hebben. Dit geldt dan zowel voor degene die opgenomen wordt als voor degene die achterblijft.
Ook een verhuizing kan aanleiding zijn tot eenzaamheid, met name naar een grote nieuwe stadswijk, met als gevolg zich eenzaam tussen de massa voelen.
Ook in een huwelijk is eenzaamheid mogelijk, als men als eenlingen ieder zijn eigen weg gaat, men leeft naast elkaar, eenzaam zonder alleen te zijn. Als twee evenwijdige cirkels die nooit dichter bij elkaar komen, die elkaar nooit raken! Dat verloving of huwelijk op zichzelf het probleem van de eenzaamheid niet oplossen, bevestigt dr. Paul Tournier. Uit zijn praktijkervaringen concludeert hij dat meer getrouwde dan ongetrouwde vrouwen hem hierover consulteerden.
Ook echtscheiding kan voor een man of vrouw de oorzaak zijn van eenzaamheid, maar wie kan het verwonde hart verwoorden en de eenzaamheid van de kinderen die erbij betrokken zijn?
Ook een lichamelijke handicap kan oorzaak zijn van veel eenzaamheid. Hoe geïsoleerd kunnen dove mensen zich voelen, vooral in grote gezelschappen, echt alleen.
Ook dement wordende bejaarden, die zoals het op het oog soms lijkt, een leven leven alleen in zichzelf.
Vele redenen zouden nog te noemen zijn, waarom iemand eenzaam kan zijn, bijv. schuld om iets wat in het verleden heeft plaats gevonden. Onbeleden zonden, die men meedraagt als een zware last. Zo ook werkeloosheid, zonder werk komen te zitten, met als gevolg vereenzaming.
Tenslotte het laatste wat ik noemen wil, en volgens mij niet het onbelangrijkste: de secularisatie. Steeds meer mensen ervaren God niet als de God van nabij, maar als Een ver weg, of helemaal weg uit hun leven. Ten diepste moet je zeggen dat, ondanks dat je dagelijks omgeven wordt door heel veel mensen, een mens zonder God eenzaam is, doordat hij de ervaring mist: “Gij zijt dicht bij mij”, de ervaring van de Psalmdichter van Psalm 139.
Here, Gij doorgrondt en kent mij;
Gij kent mijn zitten en mijn opstaan,
Gij verstaat van verre mijn gedachten;
Gij onderzoekt mijn gaan en liggen,
met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.
Want er is geen woord op mijn tong,
of, zie, Here, Gij kent het volkomen;
Gij omgeeft mij van achteren en van voren
en Gij legt Uw hand op mij.
Het begrijpen is mij te wonderbaar,
te verheven, ik kan er niet bij.
Waarheen zou ik gaan voor uw Geest,
waarheen vlieden voor uw aangezicht?
Steeg ik ten hemel – Gij zijt daar,
of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde – Gij zijt er;
nam ik vleugelen van de dageraad,
ging ik wonen aan het uiterste der zee,
ook daar zou uw hand mij geleiden,
uw rechterhand mij vastgrijpen.
Zeide ik: Duisternis moge mij overvallen,
dan is de nacht een licht om mij heen;
zelfs de duisternis verbergt niet voor U,
maar de nacht licht als de dag,
de duisternis is als het licht.
(Psalm 139:1-12)
Gevaarlijke of negatieve eenzaamheid
Zoals je vroeger veel armen had, zou je in deze tijd kunnen zeggen dat er veel contactarmen zijn. Eenzaamheid uit zich op verschillende wijzen, maar het heeft te maken met vervreemding, men komt in het isolement.
We kennen papier en hout dat zo geprepareerd is, dat het water afstoot. Het lijkt wel of de eenzame mens, wanneer hij een bepaald stadium in de vereenzaming bereikt heeft, deze eigenschap ook krijgt. Het lijkt wel of hij zich wil onttrekken aan elke ontmoeting, de mens die altijd wel een reden heeft om zich te verontschuldigen. De wereld rondom hem gaat aan hem voorbij.
De eenzame heeft zich immuun gemaakt of is immuun gemaakt voor de wereld om zich heen – een gevaarlijke immuniteit. Het is moeilijk te zeggen of dit bewust of onbewust gebeurt, of de vereenzaamde gewild of ongewild in deze toestand geraakt.
Misschien door veel teleurstellingen heeft hij zich teruggetrokken en is wantrouwend geworden en toont een afwerende houding tegenover ieder die zijn leven wil binnendringen. De TV is misschien nog de enige die hij toelaat in zijn leven. Teleurgesteld door vrienden – als ze al komen – die zich verontschuldigen dat het al zo lang geleden is dat ze voor het laatst geweest zijn, maar de jas aanhouden omdat ze nu zo weinig tijd hebben, en over 20 minuten ergens anders verwacht worden.
Gewild of ongewild eenzaam, laten we niet te hard oordelen. Voor mensen die moeilijk contacten kunnen leggen is het moeilijk aan te geven waar het één overgaat in het ander. Feit is, dat door de betrokken persoon de eenzaamheid ervaren wordt als negatief.
Negatief is ook de houding van een jonge vrouw ten overstaan van haar moeder, die aan de mensen die een programma verzorgden dat elke zaterdagavond via de kerktelefoon werd uitgezonden – een soort muzikale fruitmand – het verzoek deed iedere week een Psalm of Gezang voor haar moeder te laten horen met de toevoeging: “Zoek er zelf maar één uit”! Iedere week – hoe lang – tot een tegenbericht? Zou ze moeder iedere week niet beter een uurtje extra kunnen bezoeken, en zo de eenzaamheid van haar moeder kunnen verlichten? De Here God heeft toch zelf gezegd: “Het is niet goed, dat de mens alleen zij”? Ook bij Paulus komen we het tegen dat allerlei mensen hem verlaten hebben, hij is erover teleurgesteld, hij voelt zich alleen, en daarom vraagt hij Timotheüs haastig tot hem te komen, 2 Tim. 4:9.
Tijd, aandacht en begrip zijn nodig om een bres te slaan in de eenzaamheid van de ander, zodat de ander ervaart wat het wil zeggen – mede mens te zijn!
Positieve eenzaamheid
Zo ervaart de moeder van een druk gezin vaak de momenten van de dag dat ze alleen is. Zo hoorde ik iemand zeggen: “Ik wilde dat deze momenten twee maal zo lang waren op één dag.” Gewoon even tot jezelf kunnen komen. Ook momenten van inkeer, meditatie, toewijding of gebed tot God.
Positieve eenzaamheid: “Wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bidt tot uw Vader in het verborgene” (Matt. 6:5). De Here Jezus zocht zelf ook vaak de eenzaamheid. Verschillende keren lezen we dat Hij alleen was, alleen op de berg, alleen op het land, alleen in de hof.
Zo kan het ook voor ons een goede zaak zijn wanneer we bijvoorbeeld voor een nieuwe taak staan, de eenzaamheid te zoeken om ons toe te rusten. Of zoals ik het onlangs las van iemand, die gevraagd was voor een taak in het buitenland in Gods koninkrijk, dat hij enkele dagen de eenzaamheid zocht om zo te kunnen komen tot een beslissing voor Gods aangezicht. “Here, wat wilt Gij dat ik doen zal?”
Wat kunnen we, juist als we de boodschap van genade en verlossing mogen uitdragen op welke manier dan ook, gezegend worden als we zelf in de eenzaamheid het Woord bestuderen, onderzoeken, niet gestoord door wat dan ook. Zoals ik bij een kunstenaar zou willen spreken van scheppende eenzaamheid, dat men zich als het ware isoleert om zich te beschermen tegen de buitenwereld die voortdurend op de stoep staat en die door geruchten, nieuwsgierigheid, lawaai, sensatie, het eenzame leven en de daarin groeiende scheppende arbeid in gevaar brengt. Deze eenzaamheid is geen doel op zichzelf en moet niet in het extreme vervallen, maar in deze eenzaamheid ontstaan plannen, de inspiratie, het inzicht. Schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten, enzovoort, ervaren deze eenzaamheid als positief.
De eenzaamheid van de Heere Jezus
Zoals hiervoor al genoemd, zocht ook de Here Jezus meerdere keren de eenzaamheid. Verschillende keren lezen we in de Evangeliën dat Hij zich terugtrok, de eenzaamheid zocht, bijvoorbeeld in Matth. 14:13, nadat Hij gehoord heeft van de dood van Johannes de Doper. In hetzelfde hoofdstuk lezen we in vers 23 na de wonderbare spijziging, dat Hij nadat Hij de schare had weggezonden, de berg op ging om in de eenzaamheid te bidden. Hij wilde alleen zijn, in gesprek met Zijn Vader. En in de hof van Gethsémané waar we lezen in Mattheüs. 26:36: “En Hij zeide tot Zijn discipelen: Zet u hier neder, terwijl Ik heenga om daar te bidden.” Waar Hij gebeden heeft: “Uw wil geschiede…”
Daarna is de Here Jezus de weg naar het kruis gegaan, waar Hij vrijwillig de eenzaamste van alle mensen werd en moest klagen: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Woorden uit Psalm 22 van David, profetie, die hun diepste vervulling kregen in de lijdende Here Jezus.
En nu treft het mij altijd weer dat op Psalm 22 volgt Psalm 23. De Here is mijn Herder! Werd nu niet juist zo de Here Jezus de Goede Herder, die Zijn leven gaf.
Als ik in gedachten sta
bij het kruis van Golgotha,
als ik hoor wat Jezus sprak,
voor zijn oog aan ‘t kruishout brak.
Hoor ik, hoe Hij klaagde, dat
Hem zijn God verlaten had,
‘k weet dan, wat mij ook ontvalt’,
God mij nooit verlaten zal!
(Gezang 46 vers 1 en 5)
God mij nooit verlaten zal! Hoe eenzaam we ons ook voelen, die eenzaamheid haalt het nooit bij die van de Here Jezus, die het vrijwillig werd om ons verlaten zijn van God op te heffen, om ons terug te brengen tot Hem, zodat iedere eenzame in het geloof kan en mag zeggen met de woorden van Psalm 23: “Gij zijt bij mij”. Dan is de eenzaamste niet eenzaam meer.
De hulpverlener en zijn eenzaamheid
Welke hulpverlener heeft er voor zichzelf niet mee te maken! Hoeveel wordt je niet toevertrouwd in vertrouwen, wat je behalve aan God aan niemand anders kunt toevertrouwen. Wat kan dat soms een last zijn. Al die zorgen, al dat verdriet. Je komt tijd en handen te kort, je voelt dat je tekortschiet in datgene, wat je eigenlijk zou willen en kunnen doen voor de ander.
Ik denk aan die ouderling, die veel van wat hij ‘s avonds hoorde op huisbezoek aan zorgen, verdriet, meenam naar zijn eigen huis als een last en er zo persoonlijk mee bezig was dat het zo’n last werd dat hij er niet meer van kon slapen. Het hield hem ‘s nachts bezig, ten koste van zijn gezondheid, zodat hij tenslotte om gezondheidsredenen geen ouderling meer kon zijn.
Wat kun je soms eenzaam zijn als hulpverlener, als ouderling, predikant of godsdienstonderwijzer, wetend door de Here geroepen te zijn, als de boze zijn pijlen op je richt, op je zwakke plekken in je geestelijke of lichamelijke structuur.
Ook als je geconfronteerd wordt met de onwil van de mensen voor wie je dienstbaar wilt zijn, of op wie je een beroep doet. Wat kunnen mensen dan tegenvallen. Wat is de satan soms machtig en zijn mensen soms gewillige instrumenten in zijn hand. En wat is de lauwheid vaak groot juist in de gemeente in het omzien naar de medemens. Dan zeg je de woorden na van de Here Jezus uit Mattheüs 9:37: “De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig” en dan is ook jouw gebed om meer helpers.
Wat kun je soms eenzaam zijn in een bepaalde situatie, met een opdracht, probleem, moeilijkheden, of tegenstand dat je het Elia haast na zou zeggen: “Here, het is genoeg”, en je denkt erbij: “Stuur maar een ander!”
Hoe nodig is het telkens weer voor hen die dienstbaar zijn in Gods koninkrijk de verborgen omgang met God zelf, in de binnenkamer, in de eenzaamheid. Zodat de hulpverlener zelf eerst hulp ontvangt, wetend dat Hij die je geroepen heeft, getrouw is, die niet laat varen het werk dat Zijn hand begon, hoe onbekwaam je je zelf dan soms voelt. Dan alleen houd je het uit, houd je het vol.
Wat te doen!
Tenslotte enkele overwegingen die kunnen helpen, zowel voor de eenzame als de persoon die met de eenzame in contact komt.
Het eerste wat ik zou willen noemen is dat je moet zeggen dat alleen-zijn een objectief gegeven is, eenzaamheid een subjectieve beleving. Veel mensen voelen zich eenzaam en verbergen deze eenzaamheid voor de ander. Veel beter zou zijn de ander eens te betrekken in jouw eenzaamheid, er voor uit te komen, al is dit soms moeilijk.
Omgekeerd, als we in contact komen met mensen die zich eenzaam voelen, laten we oppassen voor goedkope adviezen, of de eenzaamheid van de ander bagatelliseren met opmerkingen als: “Uw kinderen komen toch regelmatig”, of “‘s zondags kunt u toch naar de samenkomsten”, enz. We wijzen ten diepste hem of haar af in zijn of haar eenzaamheid, die door henzelf zo beleefd wordt. Laten we niet te snel oordelen als iemand in zijn of haar leven hetzelfde zegt als de verlamde te Bethesda (Joh. 5): “Ik heb geen mens om mij, ik heb niemand.” Laten we dan iemand voor hen zijn, waartegen ze zich tenminste kunnen uitspreken. Gedeelde smart is vaak halve smart.
Stimuleer verder zo veel als mogelijk is deelname aan Bijbelkringen, gemeenteavonden, de samenkomsten, het verenigingsleven, vrijwilligerswerk, enz. Ledigheid is des duivels oorkussen, zeker voor de eenzame. Voor het negatieve (de eenzaamheid), moet het positieve in de plaats komen. Laten we hier wel oppassen voor goed bedoelde adviezen geven, die soms verkeerd over kunnen komen. Als we de eenzame ergens in willen betrekken of aanmoedigen iets te gaan doen, dan kan het zijn dat ze er zichzelf niet toe in staat of nog niet toe in staat achten.
Vaak zijn hier meerdere gesprekken nodig die met fijngevoeligheid gevoerd moeten worden, anders bestaat het gevaar dat men zich nog meer terugtrekt. Hoe vaak hoor je in eerste instantie niet: “Dat kan ik niet”, of: “Dat durf ik niet.” Voorzichtigheid is hier geboden, maar dan zijn er ook vele mogelijkheden. Dan denk ik aan de weduwvrouw die vrijwilligerswerk doet in een bejaardencentrum. Ze zag er enorm tegenop om het te gaan doen, maar nadat we hier enkele gesprekken over hadden gehad, ging ze het doen. Nu zegt ze dat ze het voor geen goud meer zou willen missen. Juist wat de eenzaamheid betreft, heeft ze nu veel minder tijd om alleen en eenzaam thuis te zijn, met alle gevolgen van dien. En wat is het een dankbaar werk! Voor het negatieve iets positiefs in de plaats.
Soms is dit voor mensen een heel proces, maar liefde maakt vindingrijk, ook naar de mogelijkheden. En dit is dan nog maar één concreet voorbeeld.
Tenslotte, het is al genoemd bij de hulpverlener en dit geldt niet alleen voor hem, een persoonlijke relatie met God lost veel eenzaamheid op. Ieder mens die zich daarop toelegt, zal dat ervaren. Iemand die met God leeft, kan ten diepste niet eenzaam zijn. De mens die leeft met God, schept om zich heen de ‘geest van gemeenschap’, waardoor de eenzaamheid wordt opgelost.
Literatuurlijst
Nachtboek voor eenzamen door dr. Cees Klapwijk.
Twijfelend geloven en gelovend twijfelen door drs. J.N. Nammensma.
Het lege midden door dr. S.J. Ridderbos.
Hulp voor helpers door Günther Eisele en Reinhold Lindner.
Eenzaamheid door Hans Jürgen Baden.
Het gevecht van de profeet door ds. R.J. van Pagée.
Paul Tournier, een leven van dienstbetoon door I.C.S. red. drs. Th. Kruisman.