Alleen verder
Auteur: Els ter Welle
Bron: www.metamorfosemagazine.org
Wanneer de longen uiteindelijk de laatste adem uitblazen en zich beginnen te vullen met de lieflijkheid van de hemelse adem, dan zal men zich in dat ene ogenblik realiseren dat men op dat moment pas echt begint te leven.
Dat heb ik voor mijn ogen zien gebeuren. Wíj leven in het land van de stervenden, Herman, mijn man, is naar het land van de levenden gegaan. Op 4 november 2015 is hij rustig met mijn armen om hem heen en met een lach op zijn gezicht gestorven.
Op dat moment werd ik van een getrouwde vrouw, een weduwe. Ik was niet meer de vrouw van iemand. De zuster die binnenkwam, gaf mij de trouwring van Herman die zij al een tijdje geleden af had gedaan en opgeborgen. Ik schoof hem achter de mijne en heb de twee ringen sindsdien om mijn vinger gedragen als dankbare herinnering aan vierenvijftig jaar samenleven.
Uw Maker is uw Man
Herman heeft de laatste jaren van zijn leven aan dementie geleden. Ik was daardoor de dynamische Herman van vroeger al kwijt geraakt, maar ik hield ook intens van de man zoals hij was toen hij ziek was. Als ik hem zo afhankelijk en kwetsbaar in zijn verstelbare stoel zag zitten, kreeg ik een heel warm gevoel van liefde van binnen. Dat ben ik nooit kwijtgeraakt.
Ik ben ongelooflijk dankbaar dat hij niet meer lijdt en nu gezond is. Hij kon in de laatste periode niet meer spreken. Ik weet zeker dat hij die achterstand volop aan het inhalen is. Dat kan bijna niet anders, want Herman was een rasechte prater.
Ik gun hem de hemel. Wat een feest voor hem!
Maar ik moest alleen verder…
We waren een twee-eenheid, en die was definitief verbroken. Ik miste mijn man, mijn maatje, mijn minnaar. Er was niemand meer die mij de liefste en belangrijkste vond op aarde. Ondanks dat ik lieve kinderen om me heen had en goede vrienden, voelde ik mij regelmatig eenzaam omdat ik die intieme relatie miste.
Toch heb ik in die eerste periode na Hermans overlijden bijzonder Gods nabijheid ervaren. Hij heeft mij door de eerste moeilijke tijd heen geholpen.
Psalm 34 vers 19 BGT verwoordt precies zoals ik het ervaren heb:
“De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben, Hij helpt mensen die de moed verliezen.”
Zijn bewogenheid gaat in het bijzonder uit naar weduwen en wezen.
Psalm 68 vers 6 zegt: “Vader van de wezen en Rechter van de wezen: dat is God in Zijn heilige woning.”
In Psalm 146 vers 8 en 9 staat: “De Here richt de gebogenen op. Hij houdt wees en weduwe staande.”
Dat deed Hij voor mij en dat doet Hij voor iedereen die zijn/haar hoop op God vestigt!
Ook Jesaja 54 vers 5 zegt iets dat een geweldig houvast voor mij is:
“Want uw Maker is uw Man, Here van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël, de God van heel de aarde zal Hij genoemd worden.”
De almachtige, heilige en genadige God wil een liefdesrelatie met ons. Om stil van te worden. Hij wil als een echtgenoot voor ons zorgen. Hij wil ons helpen en naar ons luisteren. En dat is heel reëel.
Ik kon al lang niet meer de dingen met Herman bespreken door zijn dementie, maar ik praatte en praat met God. Mijn ‘stille tijd’ is voor mij van onschatbare waarde. Daar ontvang ik moed om verder te gaan, troost in mijn verdriet, daar spreekt God door Zijn Geest en door Zijn Woord tot mij.
Rouwen
Het maakt verschil of je jong of al op leeftijd bent, als je alleen komt te staan. Ook is het anders als je door echtscheiding je man of vrouw verliest of door overlijden. Bij scheiding leeft de ex-partner nog en dan zijn het rouwproces en het-alleen-verder gaan anders. Maar er zijn ook veel raakvlakken.
Rouwen is een complex gebeuren. Iedereen doet dat op zijn eigen manier. Zo zorgde ik het eerste jaar elke week voor verse bloemen op het graf. Dan sleepte ik het witte plastic bankje dat dichtbij stond voor Hermans graf en ging erop zitten om te gedenken. Meestal dankte ik God dan voor het mooie leven dat we samen hadden. Ik vond het ook fijn om op die plek te bidden voor ons gezin, net alsof ik dat dan samen met Herman deed.
In mijn huiskamer zette ik een mooie foto neer van Herman met daarnaast een kaarsje en een bloemetje.
Rouwen hoort bij het leven, het is de keerzijde van liefde. Het is net als liefhebben, een werkwoord. Het heeft aandacht nodig. Soms helpt het om ervaringen rondom het ziek zijn en het overlijden en/of mooie herinneringen aan uw man of vrouw op te schrijven. Een vriendin van mij heeft een prachtig fotoboek gemaakt van het leven van haar man.
Verdriet mag en moet geuit worden. Erover praten, elke keer weer, helpt om te verwerken.
Verdriet dat goed wordt verwerkt, is Gods ploeg om diepte aan te brengen in onze ziel. Als we er samen met God goed doorheen komen, krijgen we een rijker gevoelsleven. We kunnen dan anderen troosten met de troost waarmee we zelf zijn vertroost.
Van overleven naar leven
We moeten verdriet niet verdringen, maar laten we oppassen dat we er ook niet in verdrinken.
Het leven gaat na het overlijden van man of vrouw gewoon door. We kunnen de klok niet even stilzetten. Elke morgen begint er weer een nieuwe dag die geleefd moet worden.
Het zal moeilijk zijn in het begin om een ritme in de dag te hebben. Er komt misschien niet veel uit onze handen, we zijn bezig om te overleven. Maar uiteindelijk moeten we stap voor stap weer gaan leven.
Het is goed om iets ontspannend te gaan doen. Ik ben twee keer per week gaan zwemmen. Dat was heerlijk, maar ik moest me er wel steeds toe zetten. Ik verplichtte mezelf om niet thuis te blijven zitten maar in beweging te komen.
Na tien maanden ging ik een maand op vakantie met een vriendin en ik genoot ervan. Ik wist dat als Herman het had kunnen zien, hij blij zou zijn dat ik het leven weer opgepakt had.
En… ik ben mijn autobiografie ‘God blijft getrouw’ gaan schrijven.
Bovenal besloot ik om de rest van mijn tijd aan God te wijden. Niets is meer genezend dan dat!
Op ons huis staat ‘Pluk de Dag’. Dat was wel een uitdaging na Hermans overlijden. Want hoe doe je dat als je zo’n diep verdriet te verwerken hebt?
Een bekend gezegde is:
Geluk is een boeket maken van de bloemen waar je bij kunt.
Ik heb me bewust, met vallen en opstaan, geoefend in het plukken van die bloemen. En dat waren er steeds een heleboel.
Tegenover de plek waar ik meestal zit in mijn huiskamer hangt een bruingeel tegeltje dat ik gekocht heb voor een habbekrats bij een kringloopwinkel. Het doet telkens weer een beroep op me om mijn zegeningen te tellen:
“Loof de Here mijn ziel en vergeet niet een van Zijn weldaden.”
Soms was ik zo neerslachtig dat ik daar grote moeite mee had. Maar ik wilde niet bij de pakken neerzitten. Ik probeerde in die tijd iedere dag zeven (kleine)zegeningen te benoemen. Het hielp me om in balans te blijven en niet in mijn verlies te blijven steken.
Liefde kent allerlei vormen
In Genesis 2 vers 18 zegt God: “Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.”
Het is heel gemakkelijk om deze tekst verkeerd te begrijpen: Getrouwd zijn zou het recept zijn tegen eenzaamheid. Ik ken echter getrouwde mensen die eenzaam zijn en ongetrouwde die een vervuld leven hebben. Eenzaamheid wordt niet alleen in een huwelijk opgelost. Een echtpaar dat alleen elkaar heeft is nog alleen. Een mens heeft meerdere sociale contacten nodig. Zonder Eva zou Adam zich niet hebben kunnen vermenigvuldigen, was hij alleen op de wijde wereld gebleven, was er geen familie en geen samenleving geweest.
Eind vorig jaar is er een glossy uitgekomen over het leven van Corrie ten Boom. Daarin wordt verteld dat tante Corrie, toen ze jong was, een teleurstellende vriendschap had met een zekere Karel. Dat was een hele klap voor haar. Ik citeer:
“Diep binnenin me wist ik dat er nooit, nooit iemand anders zou komen.”
En hoewel bitterheid en zelfmedelijden op de loer lagen, ging Corrie, met vallen en opstaan, doelbewust op zoek naar de balans tussen leren loslaten en zich blijven verwonderen over het geschenk dat liefde heet en zoveel verschillende vormen kent.
Dat is het! Loslaten en genieten van de liefde in allerlei andere vormen, die er nog wel zijn.
Ongetrouwd én gelukkig
Paulus houdt er een uitzonderlijke mening over ongetrouwd zijn op na. Hij schrijft:
“Wie trouwt doet goed en wie niet trouwt doet beter.”1
Dit gaat natuurlijk helemaal tegen ons gevoel en tegen onze cultuur in. Maar ook dit hoofdstuk maakt deel uit van het volledig geïnspireerde Woord van de levende God, Die weet wat Hij ons onderwijzen wil in Geest en in Waarheid.
Paulus is totaal niet tegen het huwelijk. Hij geeft er in Efeziërs 5 hoog over op. Hij ziet het als een roeping om de relatie van Christus tot de gemeente te weerspiegelen.
Sommigen hebben echter van God een roeping gekregen om vrijwillig ongetrouwd te blijven zodat ze zich onverdeeld aan de dienst van de Heer kunnen wijden.
Ook geeft Paulus deze raad aan de Korintiërs omdat hij in die tijd van spanning en vervolging, waarschijnlijk had gezien hoe kwetsbaar gehuwden en hun gezinnen dan zijn. Hij wilde hen graag die moeilijkheden besparen.2
In een tijd waarin het eigenlijk ongewenst was om niet getrouwd te zijn, verheft Paulus de ongehuwde staat. In 1 Korintiërs 7 laat hij duidelijk zien dat vervulling en geluk, in de eerste plaats liggen in een leven met God.
Paulus noemt zijn positie als bewust ongehuwde, die zich onthoudt van seksualiteit, een charisma, een genadegave.3 Hij stelt echter duidelijk dat niet iedereen die gave heeft. Mijn man zei altijd als hij hierover les gaf: Als je niet bewust ongetrouwd bent of door de dood of echtscheiding alleen verder moet, mag je vrijmoedig om die gave bidden.
In vers 39 en 40 schrijft Paulus over weduwen:
“Als haar man ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Here. Maar zij is gelukkiger, als zij zo blijft, naar mijn mening.”4
Wat een weduwe
Ze was zeven jaar getrouwd toen ze een enorme klap te verwerken kreeg: haar man stierf. Hoe moest haar leven nu verder? Zou ze ooit nog gelukkig worden?
We slaan nu een heleboel jaren over. In de tempel speelt zich een opmerkelijk tafereel af. Jozef en Maria zijn daar met hun eerstgeboren Zoon om Hem aan de Here voor te stellen. De priester zegent de baby, zoals hij alle eerstgeboren zonen zegent, maar hij weet niet dat dit jongetje de Messias is.
Er zijn echter twee mensen in de tempel die dat wèl weten. Een man en een vrouw: Simeon en Anna. Anna is op dit moment 84 jaar. En wat zien we? Een vrouw met een vervuld leven. Ze dient God in de tempel, ook in haar ouderdom. Deze weduwe is voor mij een lichtend voorbeeld!
Eindnoten
- Korintiërs 7 vers 38 BGT
- vers 28b,32, 33
- vers 7
- Dit geldt natuurlijk ook voor weduwnaars