Hoe overwin ik boosheid?
Auteur: Arjan Baan
Bron: www.metamorfosemagazine.org
‘Het is makkelijker om een sterke stad te veroveren,
dan om een woedende vriend rustig te krijgen’ – Spreuken 18:19 (BGT)
Vroeger was ik gek op vuurwerk en op Nieuwjaarsdag zocht ik rotjes. Sommigen waren vroegtijdig uitgegaan en hadden dus een heel kort lontje. Dat was levensgevaarlijk: zo’n rotje kon ineens ontploffen! In deze gebroken wereld zijn er mensen – ook christenen – die ineens kunnen ontploffen en ‘zomaar’ boos of woedend worden. Dat is ontzettend verwoestend voor relaties.
Bijbels voorbeeld
In de Bijbel lezen we over iemand die soms zomaar ontplofte: Saul. We kennen allemaal het verhaal van David en Goliath. Alle vrouwen uit de steden van Israël, komen zingend van het slagveld: “Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden”. Daarna lezen we: “Toen ontstak Saul in woede; die woorden waren namelijk kwalijk in zijn ogen”. Saul is woedend vanwege jaloezie: “Ze hebben er aan David tienduizenden gegeven, maar mij hebben ze er maar duizend gegeven” (1 Sam. 18:7-8). Vervolgens komt Saul in een zwart gat terecht en wordt een speelbal van een boze geest. Saul heeft absoluut geen overwinning over zijn boosheid, en laat zich door deze boze geest totaal misleiden en meesleuren in zijn emoties. Hij probeert David zelfs te doden. Hieruit kunnen we concluderen: als we niet goed omgaan met boosheid en woede, dan zal dat leiden tot ernstige zonden.
Wat is boosheid, woede of toorn?
Het is een sterk gevoel van ongenoegen, ergernis of vijandigheid, een emotionele reactie die intens verlangt om iets of iemand te kwetsen of zelfs te vernietigen. Boosheid of woede kan op verschillende manieren naar buiten komen. Sommige mensen ontploffen (bijv. dichtslaande deuren, scheldwoorden, tieren en treiteren). Andere mensen kroppen hun emoties op: ze koken vanbinnen, zonder dat te laten merken (bijv. iemand totaal negeren, minachtende blikken of geven steken onder water).
Boosheid, een emotie
God schiep jou én je naasten met emoties. Emoties zijn mooi, zoals vreugde, dankbaarheid, verwondering… Tegelijkertijd kunnen emoties veel stuk maken, denk aan angst en boosheid… Omdat we als christenen nog leven in het lichaam van de zonde, kunnen ‘negatieve’ emoties ons nog lelijk bezighouden. Dr. D.M. Lloyd-Jones schrijf hierover: “Ik veronderstel dat één van de grootste problemen in ons leven hier op aarde – niet alleen voor christenen – maar voor alle mensen, het juist omgaan met onze gevoelens en emoties is.” Boosheid is een emotie die hoort bij het mens-zijn, maar als we boos worden, uiten we die boosheid meestal op een zondige manier en bedroeven we daarmee de Heilige Geest.
Wanneer is boosheid zonde?
In Efeze 4 vers 26 staat “Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats.” Vrij vertaald: als je woede voelt opkomen, moet je niet driftig worden of ontploffen, maar het conflict oplossen zonder te zondigen!
Wanneer is boosheid dan wel zonde? Als…
… niet Gods heerlijkheid mijn doel is, maar ik mijn eigen verlangens zoek te bevredigen.
… de uiting van mijn boosheid verkeerd is. Ik reageer vanuit een verkeerde bron: mijn boosheid wordt gevoed door trots en egoïsme (Jak. 1:20; 1 Kor. 10:31).
… het conflict niet wordt opgelost: wrok blijft gekoesterd, emoties opkropt – er is geen bekering van mijn trotse boosheid.
Veel christenen zien de wortel (mijn trotse ik) en de uiting van ‘boosheid’ helaas niet als zonde, rechtvaardigen zich gemakkelijk (“Ik weet wel dat het niet zo netjes was, maar…”) en zullen het daarom niet als zonde voor God belijden.
Gerechtvaardigde boosheid?!
Toch spreekt Paulus over een manier van boos worden, waarbij je niet zondigt: een boosheid waar het gaat om de glorie van God en het welzijn van de ander. Twee Bijbelse voorbeelden: allereerst Paulus die boos wordt, omdat Petrus in hypocrisie niet mee-eet met medegelovigen uit de heidenen, als zijn Joodse vrienden langskomen (Gal. 2:11-14). Paulus neemt het op voor deze zwakke gelovigen, omdat het Evangelie in het geding is. Een tweede voorbeeld is de heilige boosheid van Jezus. In Markus 3 lezen we dat Jezus de synagoge binnengaat, waar een man met een verdorde hand is. De Farizeeën willen Jezus vangen: zal Hij deze man op de Sabbat genezen? Jezus ziet het gebrek aan ontferming: “Hij keek hen boos aan, maar ook bedroefd over de hardheid van hun hart” (vers 5). Jezus verliest hier niet de controle over Zichzelf, anders zou Hij niet bedroefd zijn geweest. Hij was heilig verontwaardigd, maar zondigde niet.
De gevolgen van zondig boos worden
Als we nog eens kijken naar het leven van Saul, zien we dat boosheid in zijn leven grote gevolgen heeft, zowel voor zichzelf als zijn relaties:
1. Toenemende boosheid
Hedendaagse psychologen adviseren regelmatig: “Je moet je boosheid uiten!” Maar we zien in het leven van Saul dat hij door het te uiten niet verlost wordt van zijn boosheid. Integendeel, hij wordt alleen nog maar bozer. In Spreuken 19:19 lezen we: “Wie doldriftig is, zal moeten boeten, als je hem zijn woede toestaat, neemt die enkel toe” (NBV).
2. Er komen andere zonden uit voort
In Spreuken 29:22 staat: “Een toornig man verwekt ruzie, een driftige maakt de overtredingen talrijk.” Boosheid is nooit een op zichzelf staande zonde. Op een dag gaat Saul helemaal door het lint. Hij begint te schelden tegen zijn zoon: “Jij zoon van een ontaarde en opstandige vrouw” (1 Sam. 20:30). Saul zit niet lekker in zijn vel en in zijn boosheid komen er allemaal slechte en destructieve woorden uit zijn mond. Helaas is dit soort gif uit de mond een veel voorkomende karakteristiek van de gevallen mens (Rom. 3:13-14; Spr. 18:21). Heetgebakerde christenen, die zich niet bekeren van hun boosheid, blijven doorgaan met het uitspreken van kwetsende woorden. Ze blijven schreeuwen naar anderen, leugens vertellen of komen met valse beschuldigingen, gaan vervolgens roddel en laster verspreiden en worden achterdochtig! Samenvattend: “Mensen die snel boos zijn, doen domme dingen” (Spr. 14:17, BGT).
3. Je geeft de duivel door trots ruimte in je leven
In het leven van Saul zien we dat het van kwaad tot erger gaat. We lezen dat Gods Geest van hem wijkt (1 Sam. 16:14). Een boze geest jaagt Saul angst aan en krijgt grip op zijn denken en handelen. In plaats dat Saul zich verootmoedigt en zijn zonden erkent en belijdt, blijft hij hoogmoedig en wordt hij depressief. David moet op de harp komen spelen, dat brengt wat verademing. Maar ten diepste pakt Saul de wortel van zijn boosheid niet aan: zijn zelfgerichtheid. Een ontdekkende les: als ik weiger naar mijn hart te kijken, mij te verootmoedigen en met anderen te verzoenen, geef ik de duivel rechtsgrond. Hij zaait trots en bittere haat in mijn hart. Boos blijven is duivels!
4. Conflicten en gebroken relaties
Boosheid is de speeltuin van satan. Zijn naam is in het Grieks diabollos, afgeleid van het werkwoord diaballo (uiteenwerpen, verdeeldheid brengen). Satan is een dief die steelt, slacht en verruïneert (Joh. 10:10b). In het leven van Saul zie je de enorme consequenties van zijn duivelse boosheid: gezinsrelaties gaan één voor één stuk. Eerst de relatie met zijn schoonzoon David: uit frustratie geeft hij zijn dochter Michal weg aan Paltiël. Dan komt er een enorme vrieskou in de relatie met zijn zoon Jonathan, die vrienden blijft met David. Een les voor ons: de duivel wil graag stoken in liefdevolle relaties, zodat er onbegrip en boosheid komt, en de wegen scheiden.
Wat is nu de Bijbelse weg is om boosheid te overwinnen?
1. Ik heb voortdurend Gods genade nodig
Wanneer ik geconfronteerd word met boosheid in mijn eigen hart, dan zijn er twee mogelijkheden. Of ik rechtvaardig mezelf en ga mijn zondige gedrag goedpraten. Of ik erken mijn boosheid als zonde en ga het voor God en mensen belijden. Wanneer ik dat laatste doe, dan ben ik mij er weer opnieuw van bewust dat ik keihard Gods genade nodig heb. Het Evangelie is voor mij dan als wonderlijke lijm die mijn relaties verbindt. Hoe anders zouden onze relaties zijn, als iedereen het Evangelie als uitgangspunt neemt te midden van conflicten! Mijn hemelse Vader wil dat ik voortdurend realiseer dat mijn motieven de bron zijn en dat ik zonder Hem geen betekenisvolle relaties kan onderhouden.
2. God stelt mij álles ter beschikking om te veranderen
Gods middelen staan mij als christen volledig ter beschikking om hier op aarde te leven, zoals Jezus op aarde heeft geleefd (1 Joh. 2:6). In Galaten 5:19-21 worden de werken van het vlees beschreven, zoals woede-uitbarstingen. Het geeft een duidelijk beeld van een leven vol trots, zonder Christus. Daar wil God verandering in brengen. In vers 22-23 lezen we over de vrucht van de Geest, zoals zelfbeheersing. God wil niets liever dan jou transformeren van een vleselijk ik-gericht leven naar een Geestvervuld leven, waarin het karakter van Jezus in je zichtbaar wordt. Drie dingen moet je weten om vanuit deze transformatie te gaan leven:
- Ik ben een nieuwe schepping! De vernieuwende kracht van Christus door de Heilige Geest staat je volledig ter beschikking als je wederom geboren bent (2 Kor. 5:17).
- Ik ben met Christus gekruisigd! Paulus zegt: “Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij” (Rom. 6; Gal. 2:20). Dat bepaalt hoe ik omga met ‘mijn’ rechten, verlangens en ideeën. Het leven draait niet meer om mijzelf. Bij alles wat ik doe, zeg of denk ik: ik hou mijn vlees gekruisigd en vraag aan de Heere: “Wat wilt U dat ik doen zal?”
- De Heilige Geest woont in mij! Hij heeft ook emoties. Je kunt Hem blij maken of bedroeven! Als je door Gods Geest wordt geleid zul je zachtmoedigheid en zelfbeheersing tonen of anders gezegd: door de Geest geleid [beheerst] worden.
3. Ik neem mijn persoonlijke verantwoordelijkheid
Je wordt als christen niet gedwongen boos te worden, het is trots en een keuze. De meeste christenen kruipen in de slachtofferrol: ze geven constant de ander of hun omstandigheden de schuld voor hun boosheid. Neem je eigen verantwoordelijkheid en verootmoedig je voor God. Wat moet ik doen als ik gekwetst word? Ik besef direct wat mij in Christus vergeven is, en alleen dáárom kan vergevingsgezindheid in mijn leven centraal staan (Matth. 6:15; Matth. 18:35). Ik geef het oordeel over degene die mij kwetste aan God. Dat doe ik door de ander in gebed bij God te brengen en hem/haar te zegenen (1 Petr. 2:23). Zo komt mijn hart vrij en heeft de duivel geen kans mijn hart te vergiftigen met achterdocht, frustratie en andere zonden. De sleutel tot overwinning: mijn keuze van vergeving door de kracht van de Heilige Geest.
4. En verder?
Wanneer je worstelt met boosheid in je leven, is het goed om hier elke dag specifiek voor te bidden. Erken je trots en belijd deze. Gebed activeert Gods genade en kracht. Laat je hart vol zijn van Christus’ Woord. Memoriseer belangrijke Bijbelteksten over deze thematiek (Mat. 11:29-30; Gal. 5:22-26; Ef. 4:32; Kol. 3:12; Rom. 12:21). Vraag of God deze woorden in je gedachten brengt in moeilijke situaties. Verwerp de leugen door de waarheid te proclameren. Zo leer je zachtmoedigheid, vernieuw je jouw denken en vervang je boosheid door Godvruchtige deugden! Een dagboek kan ook helpend zijn. Schrijf over je falen en de vooruitgang. Patronen en motieven worden dan helder, maar ook hóe je overwinning hebt gekregen, zodat dit leidt tot dankbaarheid. Tenslotte: bid voor een christenbroeder of zuster met wie je je strijd mag delen. Door in het licht te wandelen, zet je de eerste stap op weg naar overwinning.
Tandbederf en zielsbederf?
Voor het slapen gaan, poets je je tanden en met tandenstokers verwijder je alle overtollige etensresten om tandbederf te voorkomen. Wat doe je om zielsbederf door verkeerde boosheid tegen te gaan? Reinig je elke dag je ziel van alle trots? Wees een radicaal christen: verootmoedig en bekeer je van álle trots (bitterheid en boosheid) voordat je gaat slapen. Laat je wassen in de fontein van Gods genadige vergeving! Er is hoop, want Jezus zegt “… leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en je zult rust vinden voor je ziel” (Matth. 11:29).