Vrij van angst
Auteur: Jef De Vriese
Bron: www.metamorfosemagazine.org
Om vrij te zijn van angst, moet de oorzaak ervan vanuit Gods perspectief bekeken worden. Wat kunnen we leren uit de Bijbel? Welke angst kwam via de zondeval in de beleving van mensen? En hoe zijn geloof, hoop en liefde Gods oplossing?
1. Angst en vervreemding van God
De eerste melding van angst in de Bijbel vind je onmiddellijk na de zondeval. Die is het gevolg van de ontdekking naakt te zijn. De naakte mens is zijn identiteit verloren. Gods beeld in hem en Gods doel voor zijn leven is aangetast. Hij beseft dit en ziet de schade in zichzelf (besef van goed en kwaad), in de relatie met zijn medemens (maakt zich schorten), in zijn relatie met God (verbergt zich in het geboomte) en met de schepping (gebruikt het geboomte waar het niet voor geschapen is; doornen en distels).
De meeste mensen die hulp zoeken voor hun angst, doen dat niet omdat ze beseffen dat hun diepste angst te maken heeft met vervreemding van God en de daarbij horende angst voor de onvermijdelijke dood. God heeft nochtans gezegd wat het gevolg van ongehoorzaamheid zou zijn: “Want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven” (Gen. 2:17). Adam en Eva hebben, na hun zonde, die dood ervaren. Hun hele bestaan was aangetast: een verbroken relatie met hun Schepper, een gebroken eenheid met elkaar, besef dat lichamelijk dood onverbiddelijk zou komen. Als alle relaties met God, je naaste en jezelf ontredderd zijn, voel je diepe eenzaamheid. Je mist je doel. Je bent niet in staat om je leven vorm te geven zoals je wilt. Dan voel je angst om je bestaan en de zin daarvan. Die angst noemt men ‘existentiële angst’.
Angst onderneemt acties om zichzelf te beveiligen en omgang met God en anderen te vermijden of te controleren. Angst zoekt bescherming achter ‘schorten maken’, ‘tussen de bomen in de hof’, met andere woorden, in dingen die God geschapen heeft in plaats van in Hem Zelf: drugs, alcohol, internet, fanatieke sportbeoefening, fantasie, geld, carrière, macht, et cetera.
Als zondig mens is je identiteit buiten Christus ontoereikend om innerlijke vrede te bewaren. Je bent schuldig want je bent niet wie je denkt te moeten zijn. Je bent hulpeloos want je kunt niet wat je denkt te moeten. Je bent bang want je bent niet in staat voor jezelf veiligheid tot stand te brengen.
Je kerngedachten zijn:
– Ik ben waardeloos, slecht, schuldig
– Ik ben hulpeloos, onvermogend
– Ik ben kwetsbaar (onveilig, onbeschermd)
Je ervaren probleem is vooral:
– Bij waardeloosheid: minderwaardigheidsgevoelens
– Bij hulpeloosheid: depressie
– Bij onveiligheid: angst
Angst begint in de Bijbel na vervreemding van God. Uit vervreemding van God komt dan weer vervreemding van jezelf, anderen en de schepping voort. Zo verlies je elk houvast, gevangen in een leven van angst, dat elke veiligheid is kwijtgeraakt. Dan is het niet verwonderlijk dat het leven doelloos en zinloos wordt ervaren en het hele bestaan angst opwekt. Dan is er geen plekje om tot rust te komen.
Schema:
Zondeval
Vervreemding van God (= wezenlijk probleem) ↓ |
|||
Vervreemding van zichzelf identiteitscrisis angst voor de dood (bestaansangst) ↓ |
|||
|
Kerngedachten: Ik ben…
|
||
waardeloos
slecht, schuldig |
hulpeloos
onvermogen |
kwetsbaar
onbeschermd |
|
↓
↓ |
↓
Kerngevoelens: (= ervaren probleem) ↓ |
↓
↓ |
|
schuldgevoelens
oordeelsangst minderwaardigheidsgevoelens |
hopeloos
faalangst depressie |
onveiligheidsgevoel
bang, schrik, vrees angst |
|
↓
↓ |
↓
Vervreemding van anderen Anderen zijn… ↓ |
↓
↓ |
|
oordelend
kwaadwillig |
onvermogend, kunnen niets doen |
onveilig
bedreigend |
|
↓
↓ |
↓
Kernhandelen: ↓ |
↓
↓ |
|
zelfrechtvaardiging
schuld afschuiven zelfbestraffing intimiteit voorkomen theatraal handelen Kaïn-agressie |
initiatiefloos
afzijdig terugtrekken op anderen leunen overpresteren Achab-agressie |
zichzelf beschermen
zelfverdediging sterk handelen domineren Saul-agressie |
|
Hersteld door:
|
|||
Geloof:
God schenkt: vergeving/rechtvaardiging. Gelovige vrucht: vertrouwen, anderen vergeven. |
Hoop:
God schenkt: beloften. Gelovige vrucht: volharding, anderen bemoedigen/steunen.
|
Liefde:
God schenkt: kindschap/Gods liefde. Gelovige vrucht: anderen liefhebben.
|
|
Leven vanuit een nieuwe identiteit in Christus | |||
Geen veroordeling, aanvaard |
Bevrijding
Als ik zwak ben, ben ik machtig |
Gemeenschap
De Here is mijn Herder |
|
Ik ben waardeloos
Je denkt: “Ik ben waardeloos, slecht, schuldig.” Die gedachten dompelen je onder in schuldgevoelens en minderwaardigheidsgevoelens, angst voor oordeel. Je eigen strategie om deze bedreigende ervaringen te vermijden is schuld ontkennen en afschuiven, (ik heb het niet gedaan, maar ‘de vrouw die Gij mij gegeven hebt’). Het voelt veiliger om de anderen als kwaadwillig te beoordelen dan je eigen schuld te erkennen. Je voorkomt nabijheid met anderen door jezelf beter voor te doen dan je bent en theatraal te handelen. Afwijzing speelt een grote rol: je voelt je afgewezen en je wijst af. Als je boos wordt, zijn het ‘de anderen die je kwaad maken’. Je keert je boosheid direct naar anderen, zoals Kaïn deed met zijn broer Abel. Of je keert je boosheid en oordeel naar jezelf in zelfbestraffing.
In de hulpverlening reageer je als volgt: “Ik ben het niet waard dat iemand om mij geeft. De verwachtingen zijn te groot en ik voel mij afgewezen.” Of “Het is niet mijn verantwoordelijkheid, beschuldig mij niet.” Gods oplossing is geloof, dat Hij schenkt, en waardoor Hij rechtvaardigt. Je leert Hem en anderen vertrouwen. Je leert je tekortkomingen zien, belijden en aanpakken. Je wordt vergevingsgezind naar anderen.
Ik ben hulpeloos
Je denkt: “Ik ben hulpeloos, onvermogend en onbekwaam.” Die gedachten leiden tot gevoelens van hopeloosheid. Je onvermogen wordt in stand gehouden door faalangst. Angstige zinloosheid wordt depressie. Je bent ‘zonder hoop en zonder God in de wereld’ (Ef. 2:12). Je eigen strategie om deze bedreigende ervaringen te vermijden is wanhopig proberen je best te doen door over te presteren. Lukt dat niet, dan ga je op anderen leunen. En denk je dat anderen ook niets kunnen, dan hou je je passief afzijdig en neem je geen initiatief meer.
In de hulpverlening reageer je als volgt: “Als ik niets doe, misluk ik niet. Als ik iets doe, lukt het toch niet. Er is niets aan te doen. Dit is te moeilijk en helpt niet.” Je komt niet tot actie. Je levert geen bijdrage aan de oplossing en je denkt dat ook anderen niets te bieden hebben. Als je boos bent, keert die zich naar binnen en uit die zich in depressie, zoals de opgekropte boosheid van Achab (1 Kon. 21:4).
Gods oplossing is hoop. Zijn beloften zijn een fundament om te volharden. Afzijdigheid maakt plaats voor inzet en het bemoedigen van anderen.
Ik ben kwetsbaar
Je denkt: “Ik ben kwetsbaar en onbeschermd.” Die gedachten leiden tot gevoelens van onveiligheid. Je bent bang nog meer beschadigd te worden. Angst overheerst.
Je eigen strategie om deze bedreigende ervaringen te voorkomen is zelfbescherming. Je verdedigt jezelf tegen iedereen en alles wat onveilig voelt. Je vermijdt onveiligheid of je gaat bij bedreiging agressief reageren, zoals Saul die om zichzelf te beschermen David achternazat. Je agressie dient als zelfverdediging om innerlijke angst op te lossen. Uiterlijk kan je domineren en krachtig optreden, maar dat is een camouflage voor je onderliggende angst.
In de hulpverlening reageer je als volgt: vage antwoorden geven om het ingaan op de angst te vermijden, weigeren op een onderwerp in te gaan, van onderwerp veranderen, abrupt antwoorden, niemand toelaten dichtbij te komen, boos worden wanneer op jouw verantwoordelijkheid wordt gewezen.
Gods oplossing is liefde. Hij heeft je eerst lief. Je angst is onvermogend om onbevangen relaties te leggen met anderen, maar Gods liefde leert jou anderen liefhebben. Eenheid en veilige intimiteit worden opgebouwd.
2. Angst tegenover geloof, hoop en liefde
Geloof drijft vrees uit
Geloof betekent vertrouwen. Vertrouwen is vaak wat we missen wanneer we bang zijn. Angst vertrouwt niets en niemand en is krampachtig op zoek naar veiligheid. Dat zie je bij de discipelen die, tijdens de storm op het meer, Jezus wakker maken en roepen: “Wij vergaan” (Luc. 8:24). De situatie was echt gevaarlijk. En toch zegt Jezus: “Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen?” (Marc. 4:40). De Vader, die je mag vertrouwen voor je levensbehoeften (Matt. 6:30), is ook de Heer die de storm overziet en heerst over alles wat jij niet kunt controleren. Door geloof zie je wat je met menselijke ogen niet ziet. Geloof doorziet de zwakte van verdedigingsmuren die mensen zelf optrekken om zich veilig te stellen. Geloof beseft dat een gemakkelijk leven valse veiligheid voorspiegelt en dat een moeilijk leven met God niet onveilig is, zelfs als je wordt gestenigd, zwaar op de proef wordt gesteld, doormidden wordt gezaagd, met het zwaard wordt gedood of rondzwerft onder ontbering, verdrukt en mishandeld (Hebr. 11:37).
Geloof drijft de vrees uit. Dat zie je bij Jaïrus, die vreest zijn dochter te verliezen aan de dood. Als alle hoop vervlogen lijkt, zegt Jezus: “Wees niet bevreesd, geloof alleen…” (Luc. 8:50). Geloof ziet de kracht van God, zelfs tegen de omstandigheden van de dood in. Geloof is niet bang, omdat het vertrouwt op Hem die de dood heeft overwonnen. Zelfs in het dal van de dood vreest geloof geen kwaad (Ps. 23:4). En zelfs als er vrees is, nadert geloof tot de Heer Jezus, zoals de bloedvloeiende vrouw, die zich niet verstopt. Ze vertelt Jezus de waarheid en ze stelt in haar nood en haar angst haar vertrouwen op Hem. Geloof laat zich niet door angst verhinderen. Geloof bant vrees uit en schenkt vrede.
Hoop drijft vrees uit
Hoop verwacht bevrijding (Rom. 5:25). Gods beloften zijn opgeschreven in Zijn Woord om je te helpen die hoop vast te houden (Rom. 15:4). Hoop ziet met verlichte ogen van het hart welke heerlijkheid te wachten staat (Ef. 1:18). Hoop verwacht met volharding wat nog niet zichtbaar is (Rom. 8:25). Hoop houdt volhardend vast aan wat God heeft beloofd, omdat het zich overgeeft aan de trouw van God (Hebr. 10:23).
Veel geloofsgetuigen (Hebr. 11) hebben fantastische dingen meegemaakt, maar velen zijn ook doormidden gezaagd, etc. Zij verwachtten iets beters. Paulus, die verklaart dat God in al zijn behoeften voorziet (Fil. 4:19), weet ook wat honger, dorst, naaktheid en vervolging is (Fil. 4:12, 2 Kor. 11:27). Zijn hoop ligt niet in het bereiken van een gemakkelijk leven, maar in het bereiken van de kroon des levens. Daardoor kan hij terwijl hij in de druk is, zich toch niet in het nauw voelen (2 Kor. 4:8). Zijn hoop dat God verlost en zal verlossen houdt hem gaande. Zo heeft hij hoop te midden van de wanhopige omstandigheden van deze vruchteloze wereld. David, die zingt dat de Here zijn Herder is en dat niets hem ontbreekt, is tegelijkertijd vervolgd door Saul, vervolgd door zijn zoon, aangevallen door vele vijanden. De vijanden zijn echt. Maar de maaltijd die God voor hem bereid eveneens (Ps. 23).
Liefde drijft vrees uit
Er is een gezond antwoord op angst: liefde. “Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde” (1 Joh. 4:18). De angst waar het hier over gaat, is vrees voor de straf van God. Die angst wordt opgeheven door de liefde. Het gaat enerzijds om het besef van Gods liefde die vergeeft, waardoor het oordeel wordt genomen en vrees voor de straf niet meer nodig is. Anderzijds gaat het over het liefhebben van God, waar je Hem onbevreesd door kan dienen. Als je de liefde van God niet kent, heb je ook geen passie om Hem lief te hebben en die liefde door te geven aan anderen. Je bent dan op jezelf teruggeworpen, geïsoleerd van God.
De principes die in deze verzen voorkomen zijn ook van toepassing op andere vormen van angst. Als je bang bent, ga je jezelf verdedigen en beschermen. Je aandacht gaat uit naar jezelf. Je kunt niet open en onbevangen met anderen en je omgeving omgaan. Je raakt gevangen in je eigen denken. Zelfbescherming leidt tot het ontvluchten en het afschuiven van verantwoordelijkheden, waardoor je niet toekomt aan liefde voor God en medemens.
Liefde, is open, ontvankelijk en gevend. Angst is ontoegankelijk, onontvankelijk, eisend. Liefde offert zichzelf op. Angst verdedigt zichzelf. Liefde denkt aan een ander. Angst denkt aan zichzelf. Liefde is de vrucht van de Geest, die de Geest is van kracht, liefde en bezonnenheid. Angst is machteloos, liefdeloos en niet in staat om goed na te denken.
Hoe meer angst, hoe minder liefde en omgekeerd. Liefde is vrij van angst.